Aan het begin van de rouwdienst sprak een zoon van de overledene een ”In memoriam” uit, waarin hij zijn vader tekende als een dienaar in eenvoud en soberheid. Een dochter sloot dit ”In memoriam” af met het uitspreken van een dankgebed.De rouwdienst werd geleid door ds. J. A. W. Verhoeven. Op verzoek van de overledene was de tekst voor de verkondiging Psalm 118:14: „De Heere is mijn Sterkte en Psalm, want Hij is mij tot heil geweest.” Is dat niet te hoog gegrepen? vroeg ds. Verhoeven zich af. Nee, was het antwoord. „Weliswaar is door de dood de zonde in ons leven gekomen, maar dat Christus gestorven is heeft te maken met onze zonde.” In het Psalmenboek vond ds. Kastelein zijn leven getekend. „Hij klampte zich vast aan de heilsfeiten. Daarom kon hij zeggen: De Heere is mijn Sterkte en Psalm, want Hij is mij tot heil geweest.” ka

Na de graflegging sprak ds. Verhoeven de geloofsbelijdenis uit, waarna de plechtigheid werd beëindigd met het uitspreken van het ”Onze Vader”.