De Duitsers een Duitser willen zijn
SCHLANGEN - Christenen moeten zich wel onderscheiden, maar niet afgezonderd leven. Dat is de stellige overtuiging van Isaak Penner, voorganger van de baptistengemeente van Schlangen, een voorstad van de Duitse plaats Paderborn. „In Rusland werden we in een isolement gedwongen, hier kiezen velen er zelf voor. Dat is verkeerd.”
Angst en drang tot lijfsbehoud; dat lijkt volgens Penner het gedrag te bepalen van veel christenen die uit de voormalige Sovjet-Unie naar Duitsland emigreerden. Daarom kruipen ze bij elkaar, stichten eigen gemeenten en staan bij voorbaat kritisch tegenover alles wat er binnen de westerse kerken geboden wordt. „Daarmee verliezen ze wel veel zeggingskracht, terwijl Christus Zijn volk een Woord heeft meegegeven dat goed is voor alle mensen. Dat moeten we naar buiten toe uitdragen.”De 48-jarige gemeenteleider kan begrijpen dat de eerste confrontatie met de Duitse maatschappij voor de pas geëmigreerde Ruslandduitser „overweldigend en zelfs beangstigend was.” De meesten kwamen uit gebieden ver achter Moskou, waar ze zich absoluut geen voorstelling konden maken van de geïndustrialiseerde, westerse maatschappij. „De enorme welvaart, de manier van leven en -vooral- de cultuur waarin men volstrekt vrij is om te doen en te laten wat men wil, riepen vertwijfeling op.”
Teleurstellend was ook dat de Russisch-Duitse christenen nauwelijks aansluiting vonden bij de Duitse kerken. De liturgische gebruiken, het gemeenteleven, alles was er anders. Soms zelfs in gemeenten die zich hadden ingespannen voor verbetering van de situatie van Russisch-Duitse christenen. „Vandaar dat de immigranten elkaar opzochten en in hun schulp kropen. Toen dat eenmaal was gebeurd, sloten ze de ramen en deuren.”
Zelf had Isaak Penner die behoefte niet. Als 20-jarige emigreerde hij in 1979 met zijn ouders vanuit Kirgizië naar Duitsland. Het gezin vestigde zich in de Duitse plaats Detmoldt en sloot zich daar aan bij een gemeente van geëmigreerde baptisten. Weliswaar was deze groep volgens Penner minder gesloten dan de meeste andere Russisch-Duitse gemeenten, maar voor hem was de openheid toch nog onvoldoende open.
Tijdens zijn studie aan de Bijbelschool in Brake ging hij steeds meer beseffen medeverantwoordelijk te zijn voor de geestelijke nood in Duitsland. „Slechts 10 procent van de studenten in Brake noemde zich wedergeboren christen. Dat is dramatisch.”
Na afronding van zijn studie sloot Penner zich door zijn huwelijk aan bij de grote baptistengemeente in Paderborn. Min of meer op eigen houtje ging hij samen met enkele vrienden op zaterdag en zondag straatevangelisatie doen. De groep richtte zich op alcoholisten, druggebruikers en prostituees. Contacten met een ex-verslaafde leidden ertoe dat hij begin 1986 in het plaatsje Schlangen ’s zondags samenkomsten ging houden. „Er waren daar nauwelijks Ruslandduitsers. We hadden geen kerk. Maar we hadden een beetje geloof dat dit werk gezegend zou worden.”
In tien jaar tijd groeide Schlangen uit tot een gemeente van 120 gedoopte leden, voor de helft bestaande uit jongere Ruslandduitsers, voor de andere helft uit autochtone Duitsers van wie de meesten wel iets op hun kerfstok hebben. „We zoeken vooral degenen op die ten dode wankelen om hun het reddend Evangelie te verkondigen. Daarom gaan we ’s zaterdags naar cafés en nachtclubs om dolende zielen het Evangelie te brengen. Soms wordt dat werk gezegend.”
De verzelfstandiging van de gemeente Schlangen kreeg de goedkeuring van de gemeenteleiders in Paderborn. „We hebben hun oprechte zegen meegekregen, maar later is er veel kritiek achteraan gekomen”, zegt Penner.
Het commentaar vanuit de moedergemeente richt zich volgens hem vooral op de ”verduitsing” van het gemeenteleven. In plaats van Russische gezangen zingt de gemeente nu opwekkingsliederen. „Wij staan niet bij voorbaat afwijzend tegenover vernieuwingen. Bepalend voor ons is of de verandering niet in strijd is met de Bijbelse regels en of ze nuttig is om mensen bij de gemeente te krijgen en te houden.”
Als voorbeelden van verschillen met de moedergemeente noemt hij de regels voor kleding, haardracht en mediagebruik. „Dat vrouwen een lange broek dragen, is voor ons geen punt. Jongeren hebben daar kennelijk behoefte aan. Ze willen niet opvallen op straat en in hun werk. Mijn vrouw draagt nog een rok, mijn dochters niet meer.”
Televisiebezit is ook toegestaan, al geeft Penner wel regelmatig lezingen over verantwoord mediagebruik. „Daarin heb ik het ook over internet, lectuur en cd’s.”
Een punt dat tot de nodige discussie met de leidinggevenden van de moedergemeente heeft geleid, betrof een cursus die Penner heeft georganiseerd over seksualiteit en huwelijksvragen. „Daar rust in traditionele Russisch-Duitse gemeenten een taboe op. Seksualiteit is uitsluitend gericht op het krijgen van kinderen. Zo was het in de Sovjettijd, zo moet het ook nu zijn, is de gedachte. Daarmee gaan zij wel voorbij aan de nood die er op dit terrein bestaat. En vergeet niet: seksualiteit is meer. Het is een gave van de schepping om man en vrouw innig te verbinden. Jongeren en aanstaande echtparen moeten hierin leiding krijgen.”
Met name het feit dat Penner openlijk spreekt over gezinsplanning heeft bij de meer behoudende Russisch-Duitse baptisten weerstand opgeroepen. „Maar ze gaan dan wel stilletjes voorbij aan het feit dat in hun gemeente de gezinnen ook kleiner worden. Vroeger hadden veel ouders acht tot tien kinderen, nu is dat vaak hooguit de helft. Hoe kan dat, vraag ik hun. Dan hullen ze zich in stilzwijgen.”
Evenzo heeft de gemeente van Schlangen een punt gezet achter de gewoonte bij Russisch-Duitse baptisten om mensen die een verloving hebben verbroken uit te sluiten van de gemeente. „Een verloving aangaan doe je niet zomaar. Haar beëindigen ook niet. We hebben als gemeenteleiding daarover wel een gesprek met jongeren van wie de relatie is verbroken. Maar een verloving is geen huwelijk. Beter voor de trouwdag uit elkaar gaan dan daarna. Dat laatste is verboden.”
Conservatieve baptisten verwijten Penner en zijn gemeenteleden dat ze een gemeente vormen waar nauwelijks orde en tucht worden gehandhaafd. Dat bestrijdt hij ten stelligste. „We zijn democratischer, maar we willen wel degelijk leven naar de regel van de Bijbel. De behoudende broeders snappen niet dat deze westerse maatschappij aanpassing vraagt. Paulus wilde de Grieken ook een Griek zijn. Wij de Duitsers een Duitser.”
Dit is de derde aflevering van een vierluik over Russische baptisten in de Bondsrepubliek.