Het leed van kindsoldaten
Titel: ”Nimmernacht”
Auteur: Anne de Graaf
Uitgeverij: Barnabas, Heerenveen, 2005
ISBN 90 8520 024 5
Pagina’s: 450
Prijs: € 19,95.
De Amerikaanse auteur en journaliste Anne de Graaf heeft meer dan tachtig titels op haar naam staan. Over het algemeen doet zij grondig onderzoek alvorens zij een boek publiceert. Dit geldt ook voor de op feiten gebaseerde roman ”Nimmernacht”, waarin zij een verhaal vertelt over verloren zijn en gevonden worden. Voor ”Nimmernacht” bezocht Anne de Graaf een aantal Afrikaanse landen en interviewde zij verschillende betrokkenen. Dit heeft een boeiend, goed gedocumenteerd verhaal opgeleverd.
Owen O’Neill, Amerikaans onderhandelaar bij vredesbesprekingen, moet voor langere tijd aan een opdracht werken in Mozambique. Zijn vrouw Miriam brengt hem daar, samen met hun zoon Martin, een bezoek. Tijdens een safari worden zij overvallen door huurlingen. Deze maken deel uit van een netwerk van diamant- en wapenhandelaars, die munt slaan uit de bloedige conflicten die de diverse Afrikaanse landen verscheuren. Zij hebben geen enkel belang bij vredesbesprekingen. Bij de overval wordt het gezin uiteengerukt en dan beginnen de dramatische en traumatische belevenissen van Owen, Miriam en Martin afzonderlijk.
Tijdens een bombardement op het kamp waarin ze wordt vastgehouden wordt, weet Miriam te ontsnappen. Zij raakt echter haar geheugen kwijt en daarmee begint voor haar een zoektocht naar haar identiteit. Tijdens haar zwerftocht wordt ze opgenomen in een groep op de vlucht geslagen kindsoldaten. Ze maakt kennis met het leed dat deze kinderen is aangedaan en waardoor ze op hun beurt, soms al op zeer jonge leeftijd, verschrikkelijke dingen hebben gedaan.
Aangrijpend is het relaas van een kindsoldaat dat door de roman geweven is. Het is echter ook ontroerend te lezen hoe kinderlijk geloof deze kinderen staande houdt en hoop geeft op een toekomst en hoe hulpverleners, onder schijnbaar onmogelijke omstandigheden, kracht krijgen om hun werk te doen.
De lezer wordt lange tijd in spanning gehouden, tot in het laatste hoofdstuk de ontknoping volgt. Deze is enerzijds gelukkig, anderzijds droevig; de personages moeten verder leven met zware trauma’s. Toch eindigt het boek niet in mineur; de grondtoon is namelijk de verwachting van het Rijk, waarin het nooit meer nacht zal zijn (Openbaring 22:5, het motto van het boek).
Behalve een spannend verhaal is deze roman een aanklacht tegen het leed van veel ontheemde kinderen. Op knappe wijze beschrijft de auteur het leven van de kindsoldaten: ingetogen, niet melodramatisch, maar wel emotioneel. De karaktertekening is vrij goed, de personages zijn niet al te zwart-wit neergezet. De misdadige diamanthandelaar en trainer van kindsoldaten Yuri Falin bijvoorbeeld blijkt ook nog in staat te zijn lief te hebben en komt min of meer in conflict met zijn geweten. Hierdoor wordt hij een echt mens.
Een diepgaande psychologische analyse van de veelal getraumatiseerde personen ontbreekt echter. Dit is misschien ook te veel gevraagd van het genre waartoe de roman behoort, namelijk spannende fictie. De evangelische geloofsbeleving van de personages roept misschien wat weerstand op bij reformatorische lezers, maar kan ook werken als een spiegel. Soms is het nuttig daar even in te kijken. Kritisch lezen, zeker op dit gebied, kan echter nooit kwaad.