Commissaris Monti (Mededinging) maakte dit gisteren in Brussel bekend. De gestrafte farmaceutische ondernemingen uit Europa en Japan hielden er jarenlang, in de periode tussen september 1989 en februari 1999, onderlinge prijsafspraken op na, zo is vastgesteld. Dergelijke verbintenissen zijn verboden, omdat die de prijzen kunstmatig hoog houden en een eerlijke concurrentie in de weg staan.

Het Zwitserse Hoffmann-La Roche, de voornaamste speler op de wereldmarkt van vitamineproducten, moet het meeste geld afdragen: 462 miljoen euro, omgerekend ruim 1 miljard gulden. Het Duitse BASF volgt met 296 miljoen euro (652 miljoen gulden). Bedragen van die omvang voor overtredingen in de sfeer van de mededinging waren niet eerder aan de orde. Monti sprak in een toelichting dan ook van „de meest schadelijke serie van kartels die de Commissie ooit heeft onderzocht."

Toch krijgen de betrokken bedrijven, omdat zij medewerking verleenden aan het onderzoek, niet de maximaal mogelijke boete opgelegd. Die komt overeen met 10 procent van de jaaromzet. De concerns hebben volgens de EU-regels drie maanden de tijd om beroep aan te tekenen.