Refoleerlingen zijn positief over vorming
GOUDA - Leerlingen voelen zich op een reformatorische school thuis, ze kunnen er zichzelf zijn, tussen mensen met dezelfde achtergrond. Positief zijn ze ook over de vorming: je leert je identiteit aan anderen uitleggen. Dagopeningen lijken soms echter niet meer dan een ritueel. En wat ook beter kan: het respect voor docenten.
Het zijn enkele uitkomsten van een onderzoekje van het Driestar College te Gouda onder de leerlingen.Spreken over refo’s is niet verkeerd; het geeft aan waar je staat, zei directielid drs. W. de Kloe maandagavond tijdens de jaaropening. „Wordt die term soms echter niet gebruikt als scheldwoord voor een medeleerling die je saai of ouderwets vindt?”
De reformatorische identiteit is niet alleen een zaak van de buitenkant, zei De Kloe. „Niet onbelangrijk, maar als het niet meer is, is het een lege huls. De kern van ons onderwijs is dat je de papieren grondslag in de praktijk van alledag terugziet. Dat geldt ook voor thuis: de kerkverlating is groter in gezinnen waar zelden over wezenlijke zaken gesproken wordt. Merkt onze omgeving dat we niet voor onszelf, maar voor God leven?”
Het Driestar College begint het nieuwe cursusjaar met 4081 leerlingen, verspreid over de hoofdvestiging in Gouda en nevenvestigingen in Leiden en Lekkerkerk. In Lekkerkerk heeft volgende week de aanbesteding plaats van een forse verbouwing en uitbreiding. In Leiden wordt momenteel de architect geselecteerd voor de nieuwbouw die het Driestar College er mag plegen.
De scholengemeenschap onderzoekt de levensvatbaarheid van een nevenvestiging in Houten. Waarschijnlijk komt er op korte termijn duidelijkheid over het te verwachten leerlingenaantal. In Gouda wordt in gebouw Gamma over twee weken een nieuw open leercentrum opgeleverd.
Het Driestar College hield maandagavond negen openingsbijeenkomsten in zes plaatsen: in Bodegraven, Gouda, Houten, Lisse, Moerkapelle en Woerden. Sprekers waren ds. C. Boele, ds. G. Clements, ds. D. J. van Eckeveld, ds. K. Hoefnagel, ds. L. W. van der Meij en ds. C. Neele, de bestuursleden K. Bel, H. van der Smit en C. J. van Tuijl en de directieleden D. J. Bac, drs. G. Bergacker, R. de Gooijer, drs. W. de Kloe, J. Möhlmann, ing. J. van Moolenbroek, L. M. de Pater, G. Snoep en J. Vermeulen. Vandaag is er nog een bijeenkomst in Nieuw-Lekkerland, waar mr. C. J. van Velzen en R. de Gooijer het woord voeren.
De dagopening moet niet de slechtst voorbereide les zijn, zei ds. C. Boele, hervormd predikant in Moerkapelle. Hij wees naar aanleiding van 2 Petrus 1:16-21 op het voorrecht Gods Woord te mogen bezitten en rond dat Woord onderwijs te mogen ontvangen. „Petrus schreef de woorden „En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is” in een tijd vol vervolging en gevaren. Wat hebben wij het dan goed! Wees er dankbaar voor! Op de reformatorische scholen is het het verlangen van de docenten dat de Bijbel er niet zomaar bijhangt, maar centraal staat, met de bede of de Heilige Geest het zegenen wil.”
„Heeft dat Woord betekenis voor jullie?” vroeg de Moerkapelse predikant. „Maakt het voor jullie wat uit of je het schooljaar, en elke dag, met Gods Woord begint en eindigt? Dat Woord geeft houvast. Het wordt bedreigd door dwaalleraars, die de Bijbel niet meer van kaft tot kaft erkennen. Als mensen bevinden we in ons in gevaar, daarom hebben we houvast nodig. Zondag aan zondag in de kerk komen is niet genoeg; het Woord moet in je hart komen. Dan is de Bijbel geen saai boek meer voor je. Dat blijft de Bijbel niet meer dagen of weken onberoerd liggen. Dan maakt de Heilige Geest je leven anders.”