Kerk & religie

Stad van roemruchte synode

De monumentale dom blijft imponeren. „Daar krijg ik nou kippenvel van.” Toch is de schitterende kerk in hartje Dordrecht niet het enige bedehuis dat de stad van de roemruchte synode te bieden heeft. Sterker: het wemelt ervan. Als je ze maar weet te staan.

A. de Heer
23 July 2002 09:29Gewijzigd op 13 November 2020 23:42
DORDRECHT - De machtige toren van de Dordtse dom vormt met zijn 68 meter een onmiskenbaar herkenningspunt. Amateur-historicus A. Nelemans kan er nog altijd kippenvel van krijgen. „En dan te bedenken dat die nog veel hoger had moeten worden. Honderd-en-ach
DORDRECHT - De machtige toren van de Dordtse dom vormt met zijn 68 meter een onmiskenbaar herkenningspunt. Amateur-historicus A. Nelemans kan er nog altijd kippenvel van krijgen. „En dan te bedenken dat die nog veel hoger had moeten worden. Honderd-en-ach

En dát doet A. Nelemans. Bijna blindelings gaat de amateur-historicus zijn weg. Dordt heeft voor hem weinig geheimen meer. De geschiedenis van zo ongeveer elk kerkgebouw kent hij op zijn duimpje. En zo niet, dan diept hij gewoon een van de talloze notitiebriefjes op uit zijn beurs.

De wandeling begint, hoe kan het anders, bij de Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk. Kan niet missen: de machtige toren zonder spits vormt met zijn 68 meter een onmiskenbaar herkenningspunt.

Nelemans kan er nog altijd kippenvel van krijgen. „En dan te bedenken dat die nog veel hoger had moeten worden. Honderd-en-acht meter. Maar dat ging niet. De fundering, die 7,5 meter diep is, liet het niet toe. Onder de kleilaag zit een laag zand, die schuin afloopt. Geleidelijk aan ging de boel aan het zakken.”

Rond 1830 waren de problemen zelfs zo groot dat een architect voorstelde de toren maar af te breken. „Het is óf de toren óf de kerk”, meende hij. „Als hij straks omvalt, zijn we de kerk ook kwijt.”

Het idee werd gelukkig nooit ten uitvoer gebracht. Wel hadden tussen 1953 en 1972 omvangrijke restauratiewerkzaamheden plaats. Tot op de dag van vandaag mag de Dordtse dom -met het grootste carillon van Europa- het stadssilhouet bepalen. ”Anno 1626”, meldt het uurwerk.

Ook vanbinnen is de kerk een juweel. Een uur is snel te kort. Nelemans wijst naar de schitterend bewerkte preekstoel. „Onvoorstelbaar dat zo’n kolossaal klankbord slechts op één plaats aan de pilaar is bevestigd.”

Ook het Onze-Lieve-Vrouwekoor, links van de ingang, is nauwkeurige bestudering waard. Het gaat hier om de details, soms amper zichtbaar. De sluitstenen aan het gewelf bijvoorbeeld. Op heel kleine schaal leveren die een groots beeld van het leven van de Heere Jezus. Overblijfselen uit de tijd van voor de Reformatie.

We moeten verder. Nog even de blik geslagen op de eeuwenoude koorbanken, de nog altijd intacte grafzerken, het overweldigend mooie orgel en het fraaie gebrandschilderde raam recht tegenover de ingang, en we staan weer buiten. Overigens: de Dordtse synode 1618/19 is hier slechts geopend en gesloten. De rest van hun tijd brachten de afgevaardigden door in de verderop gelegen Kloveniersdoelen - waarvan nog slechts een maquette te zien is.

Langs de achterkant -„Let op het kogelgat daar boven in de muur”- gaat het, via de Grotekerksbuurt, over het bruggetje rechts, links de Voorstraat in. Hier is het, zeker op zaterdag, altijd druk. Aanbevolen: een koffie ”Crimpert Salm” in het gelijknamige gildenhuis aan de Visstraat. Vóór de vroegere Waalse kerk, ter hoogte van Johan en Cornelis de Witt, naar rechts.

We lopen terug, de Voorstraat weer in. De Waalse kerk herbergt tegenwoordig een filiaal van Aktie Sport. Vincent van Gogh kerkte hier regelmatig, zoeker als hij was.

Aan de Vriesestraat, een eindje verderop rechtsaf, staat de evangelisch-lutherse kerk. Ze is herkenbaar aan haar zwaan, het lutherse symbool. Binnen overheerst de kleur blauw, eveneens typisch luthers. „De vijand rukt vast aan”, herinnert het kleurrijke raam aan de jaren ’40-’45. Het kerkje bezit het oudste orgel van Dordrecht, uit 1689. Koster Lokhorst, in zijn winkelpand schuin tegenover de kerk, verkoopt niet alleen Perzische tapijten, maar heeft ook een unieke collectie Bijbels staan.

De tocht gaat voort. Stukje rechtdoor, eerste zijstraat naar links, en het Statenplein op. We passeren Intertoys en Sundays en slaan dan rechtsaf de Nieuwstraat in. Aan de linkerkant van de weg, op no. 60, staat de voormalige hbs. Ooit was dit de Latijnse school, waar volgens Nelemans de zus van Vincent van Gogh nog les heeft gegeven. We lopen rechtsaf de Museumstraat in, om daar een blik te werpen in de Arend Maartenshof, een van de oudste hofjes van Dordrecht (1625). Het poortje boven de ingang vermeldt bijbelteksten. Majestueuze bomen zorgen voor lange schaduwen.

Terug gaat het weer. In dezelfde Museumstraat, maar dan ter rechterzijde van de Nieuwstraat, wijst Nelemans op de ”Kerk van de Nazarener”. Tot 1989 was hier de oud gereformeerde gemeente gehuisvest, zegt hij. Er klinkt heimwee in zijn stem.

Na deze kleine omweg belanden we, via Nieuwstraat, Statenplein, Hofstraat en Hof -waar Karel V, Philips II en Willem van Oranje hebben gelogeerd-, weer in de Voorstraat. Een bezoek aan de Augustijnenkerk volgt. Nelemans kent het gebouw als de welbekende broekzak: hij wijdde er een van zijn boeken aan. „Mooi toch, zo’n pelikaan”, zegt hij, wijzend op het fraaie houtsnijwerk onder aan de preekstoel. De vogel pikt het bloed uit zijn borst en geeft het z’n jongen. „Symbool voor wat Christus overheeft voor de Zijnen.”

In dit bedehuis hield prior Hendrik van Sutphen in 1515 de eerste reformatorische preek, al is dat gegeven niet helemaal onomstreden. Nelemans: „Maar het feit dat hij in 1519 werd verbannen, zegt in mijn ogen toch wel iets.” Vier synodeleden liggen hier begraven. Ook schilder Albert Cuyp kreeg in deze kerk zijn graf.

Over die graven gesproken: het begrip ”rijke stinkerd”, weet Nelemans, heeft alles te maken met het feit dat de lichamen onder de zerken -van veelal welgestelde personen- na verloop van tijd begonnen te rieken. Sterke pepermunt moest de luisteraars remedie bieden.

We vervolgen onze tocht door de Voorstraat. Een eindje verderop, rechts, staat de vroegere Munt. Ter hoogte hiervan, het straatje in, stonden eens de Kloveniersdoelen. Naast Voorstraat 122-126b is de oud-katholieke kerk gehuisvest. Voorheen was het een schuilkerkje, veilig verborgen achter een ander pand.

Aan het eind van de bijna eindeloze Voorstraat schieten we de Torenstraat in, rechtsaf dus. Een 200 meter verder doemt de laatste kerk voor vanmiddag op. Nu ja, ooit een kerk. De Nieuwkerk, het eerste Nederlandse godshuis dat voor de protestantse eredienst geschikt werd gemaakt, is momenteel gedeeltelijk in gebruik bij Keukenstudio Dordrecht. Woningen vullen de andere helft.

Niettemin is er binnen nog genoeg te zien. Ook hier de typisch blauwe -lutherse- kleur. Machtige pilaren. Nelemans schuift wat barbecuesets weg. „Hier: de grafzerk van psalmberijmer dr. Johannus Eusebius Voet. En Balthasar Lydius ligt eveneens in deze kerk begraven.”

Dordt heeft betere tijden gekend.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer