„Als agent loop je regelmatig klappen op”
ARNHEM - Politieagent Tom Bikker (30) zit zes weken thuis met zijn pols in het gips. Bij het sussen van een vechtpartij brak hij een bot. Regelmatig krijgt de Gelderse politieman te maken met agressief gedrag van burgers. „Zelfs bij het uitdelen van een simpele bekeuring loop je als agent wel eens klappen op.”
Politiemensen kunnen lang niet altijd ongestoord hun werk doen. Zo werd afgelopen weekend een agent bij discotheek Lucky & co in Rijssen bedreigd en mishandeld door een groep jongeren. Een tweede politieman moest daarbij een waarschuwingsschot lossen. In diverse andere plaatsen werden in hetzelfde weekend in totaal zes agenten slachtoffer van geweld.Ruim 90 procent van de agenten krijgt meermalen per jaar te maken met verbale agressie en ruim 50 procent met lichamelijk geweld. Een op de zeven politiemensen loopt bij die incidenten letsel op. Begin dit jaar pleitte minister Remkes van Binnenlandse Zaken ervoor om mensen die geweld plegen tegen agenten hard aan te pakken.
Tom Bikker van politiekorps Gelderland-Midden komt agressie in zijn werk regelmatig tegen. Zes weken geleden bijvoorbeeld. „Op een zondagavond moest ik met vijf collega’s toezicht houden bij een uitgaansgelegenheid op de Veluwe. Mijn collega wilde een man aanhouden die zijn vriendin hard aan de haren had getrokken bij een ruzie op straat. De vrienden van de verdachte probeerden daar een stokje voor te steken. Zij kwamen op ons af en grepen ons vast. We probeerden hen zo veel mogelijk tegen te houden. Onverwachts kreeg ik een harde klap in mijn gezicht. Aan het einde van de avond begon ook mijn pols zeer te doen. Bij nader onderzoek bleek er een bot te zijn gebroken. Hoe dat precies is gekomen, weet ik niet.”
Geweld beperkt zich zeker niet alleen tot het uitgaanscircuit. „Zelfs bij het uitdelen van een simpele bekeuring loop je als agent wel eens klappen op. Soms gebeurt het dat omstanders zich met je werk gaan bemoeien. Als je daar dan niet op ingaat, worden ze agressief.”
Hoewel bij een geweldsincident de emoties soms hoog oplopen, is een agent verplicht zich aan richtlijnen te houden, stelt de politieman. „Ik ben bevoegd om mijn pepperspray, wapenstok of zelfs mijn dienstpistool te gebruiken. Wel moet ik voorkomen dat ik met een kanon op een mug ga schieten.”
Daarnaast vindt hij een eigen afweging van de situatie heel belangrijk. „In een vol winkelcentrum mag ik niet zomaar mijn pepperspray gebruiken. Daarmee loop ik het risico dat ik onschuldige omstanders raak. Ook heb ik bij een directe dreiging soms gewoonweg geen tijd om mijn wapens te pakken. Dan kan een vuistslag of een tackle al voldoende zijn.”
Volgens Bikker worden agenten voldoende voorbereid op gewelddadige incidenten. „In de opleiding oefen je praktijksituaties. Daarnaast worden we regelmatig getraind in onder andere je schietvaardigheid en aanhoudingstechnieken. Die worden vier keer per jaar getoetst.”
Bikker, sinds vijf jaar agent, ervaart dat agressie in de maatschappij toeneemt. „Het is een voortgaande ontwikkeling. De media dragen daar, door het veelvuldig uitzenden van programma’s waarin geweld voorkomt, voor een groot deel aan bij. Daarom vind ik het positief dat de overheid ingrijpt door bijvoorbeeld advies te geven over leeftijden waarvoor bepaalde films ongeschikt zijn.”
Het ingrijpendste incident uit zijn loopbaan was voor hem de keer dat hij werd opgeroepen bij een vier maanden jonge baby. „Het meisje was onwel geworden en ik werd opgeroepen om te helpen. Ambulancebroeders waren haar aan het reanimeren. Uiteindelijk overleed het kind. Die gezichten van de ouders, die vergeet je nooit meer. Je vraagt je dan af: Wat is Gods bedoeling hiermee?”
Het verwerken van zo’n gebeurtenis is niet altijd eenvoudig, vindt de Gelderse agent. „Niet alle mensen uit je omgeving begrijpen meteen met welke problemen je worstelt. Gelukkig kan ik altijd terecht bij onze bedrijfshulpverleners. Dat zijn geen zielenknijpers, maar gewoon mensen bij wie je altijd je verhaal kwijt kunt. Tot nu toe heb ik er geen gebruik van hoeven maken. Meestal kan ik met wat napraten met collega’s het gebeurde redelijk goed verwerken.”
Ondanks moeilijke ervaringen houdt Bikker van zijn beroep. „Het is dankbaar werk. Bijvoorbeeld wanneer je iemand moet reanimeren en je hoort achteraf dat diegene het heeft gehaald. Of als je leest dat door de veelvuldige snelheids- en alcoholcontroles het aantal verkeersslachtoffers omlaag is gegaan. Je draagt heel concreet bij aan een veiliger samenleving. Dat geeft voldoening.”