Leiden strijdt met zeemeeuw
LEIDEN - „Elke vogel is welkom in Leiden, maar bij de zilvermeeuw zet ik toch vraagtekens”, zegt stadsbioloog Frits van der Sluis van de gemeente Leiden. De dieren zorgen in de stad voor veel overlast.
Het grootste probleem is het geluid dat zilvermeeuwen -in de volksmond vaak zeemeeuwen genoemd- produceren. „Bij alles wat in hun ogen gevaar voor de kuikens oplevert, slaan ze alarm. Als er eenmaal een paartje begint met krijsen, volgt ook de rest van de meeuwenkolonie.” Dat sommige Leidenaren last hebben van die oorverdovende kakofonie, begrijpt Van der Sluis heel goed. „Zeker als dat ’s nachts boven je slaapkamerraam gebeurt.”De zeemeeuw was altijd al in steden op zoek naar voedsel, maar werd in Leiden voor het eerst in 1988 ook broedend aangetroffen. De vogels waren verhuisd vanuit de duinen, waar een groeiende populatie vossen hun eieren opvrat. De vogels bouwden vooral nesten op daken, dakkapellen en in goten. De gemeente probeerde de overlast terug te dringen door de eieren in de nesten te vervangen door stenen exemplaren, zodat er geen kuikens kwamen die door de ouders beschermd moesten worden.
Omdat er steeds meer nesten kwamen, was het niet meer te doen om deze allemaal te traceren en is de gemeente hiermee gestopt. De laatste tijd is geëxperimenteerd met draden en prikkers die op de daken worden geplaatst, zodat de vogels er geen nest kunnen bouwen. Dat lijkt te helpen, maar er zijn simpelweg te veel daken in de stad om ze allemaal af te zetten. „Mensen die klagen over een schreeuwende meeuw boven het dakraam, geven we nu het advies zelf een draad te spannen”, aldus de stadsbioloog.
Volgens Van der Sluis zijn rigoureuze maatregelen zoals het afschieten van de vogels geen oplossing. „In Denemarken en Duitsland is dat geprobeerd. Daar schoten ze ongeveer 20.000 vogels per jaar af, maar dat gaf de overlevende beesten juist weer een grotere overlevingskans, omdat er meer eten beschikbaar was. De populatie bleef gewoon gelijk.” Van der Sluis’ argumenten sluiten naadloos aan bij die van de Dierenbescherming Groningen, die al enige tijd protesteert tegen het vangen en vergassen van duiven in de binnenstad. De gemeente maakte daar deze week een begin mee. Zinloos, volgens de dierenorganisatie, want duiven „groeien tegen de verdrukking in”, aldus een woordvoerder.
Leiden wil meer onderzoek naar de meeuwenproblematiek. „In Schotland is onlangs voor het eerst onderzoek gedaan naar de ecologie van de meeuw in de stad in plaats van in het buitengebied. Daarbij kwamen eigenlijk meer vragen naar voren dan er zijn beantwoord, bijvoorbeeld over het eetgedrag van de vogel in de stad.” Leiden wil samen met andere gemeenten die last hebben van de meeuw een onderzoeksvraag samenstellen en deze bij een universiteit uitzetten.
De klachten over meeuwen die mensen en dieren aanvallen en koekjes uit de handen van kinderen roven, vindt Van der Sluis overigens niet erg geloofwaardig. „Een meeuw zal om zijn jongen te beschermen wel schijnaanvallen uitvoeren, dat is imponeergedrag, maar hij zal nooit mens of dier direct aanvallen.”
Ook de verhalen over meeuwen die in vogelvlucht toastjes van tafels pikken, gelooft hij niet. „In een tuin is veel te weinig ruimte om te kunnen manoeuvreren. Op veerboten zie je het wel eens dat de vogels brood uit de hand pakken, maar daarbij gaat het om een grote open ruimte en het is bovendien aangeleerd.”