De show is over
„De show is over”, aldus de broer van Pim Fortuyn zaterdag aan het eind van de plechtigheid in de dorpskerk van het Noord-Italiaanse Provesano. Deze bij een begrafenis weinig passende uitspraak vormde tegelijkertijd een treffende typering van de hele gang van zaken.Van de herbegrafenis van de vermoorde politicus was inderdaad een show gemaakt. Een show overigens met tegenvallende bezoekcijfers. Weliswaar volgden zo’n 900.000 kijkers via het tv-scherm het opgraven van de lijkkist. Maar het aantal belangstellenden, zowel hier in Nederland als in Italië, bleef beperkt .
Hier en daar werden nog wat tranen geschreid door bewonderaars van de vermoorde Rotterdammer. „Ze hebben ons onze Pim ontnomen.” Maar de hysterische tonelen die zich kort na de moord en bij de begrafenis voordeden, herhaalden zich gelukkig niet. De Pim-gekte is duidelijk over haar hoogtepunt heen.
Niettemin was het opgraven van de kist voor het oog van de tv-camera’s al weerzinwekkend genoeg. En ook de kolossale graftombe in Italië waar Fortuyn werd bijgezet, gaf blijk van zijn grootheidswaan. Hopelijk wordt er nu snel een punt achter deze geschiedenis gezet.
Fortuyn heeft laten zien hoe het mogelijk is om in korte tijd in een modern en welvarend land de maatschappelijke onvrede aan te wakkeren en anderhalf miljoen kiezers te mobiliseren. De binding aan een van de bestaande partijen stelt bij de meeste mensen niet veel meer voor. Dat maakt hen vatbaar voor demagogische politici, of ze nu van links of van rechts komen.
Het aanwakkeren en het mobiliseren van onvrede is één ding, maar het is een veel moeilijker opgave die onvrede vervolgens om te zetten in een duurzame politieke beweging die haar beloften waarmaakt en niet op een grote teleurstelling uitloopt. Zeker voor een beweging die haar grote leider kwijt is, is dat een onmogelijke taak.
In de opiniepeilingen staat de LPF inmiddels op een fors verlies. De ruzies in de partij duren voort. Wie is de ware vertolker van het gedachtegoed van Fortuyn? Voor de kabinetsformatie was men genoodzaakt ministerskandidaten weg te halen bij andere partijen.
De partij is een bundeling van ontevredenen. Die onvrede en de afkeer van de politieke zakkenvullers, die kenmerkend is voor de achterban van de LPF, kunnen zich in de toekomst gemakkelijk richten tegen de eigen mensen: ministers zowel als kamerleden.
Volgend voorjaar zijn er statenverkiezingen. Tot dusver bestaat de LPF alleen maar in de Tweede Kamer en in de Rotterdamse gemeenteraad. Wil de partij ook in de Eerste Kamer als toonaangevende regeringspartij kunnen functioneren, dan moet zij bij die verkiezingen redelijk succesvol zijn.
Dat is voor de LPF een hele opgave. Alleen al organisatorisch. Waar haalt men de kandidaten vandaan en het geld voor de verkiezingscampagne?
Als volgend jaar blijkt dat de LPF-kiezers het massaal laten afweten door thuis te blijven of op een andere partij te stemmen, dan komt de LPF-fractie in de Tweede Kamer in de lucht te hangen. En dat heeft uiteraard consequenties voor de toekomst van het kabinet-Balkenende.