Boa speurt naar duistere praktijken
ENTER - Niet veel mensen hebben het voorrecht zo vaak in de natuur te mogen werken als Gerard Eikenaar (45). De buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) uit Enter speurt -meestal ’s nachts- in een gebied van 7000 hectare naar onrechtmatigheden. De gemeente Rijssen-Holten nam recent extra boa’s in dienst om het toezicht op het buitengebied te verscherpen. „Wij zijn het derde oog van de politie.”
Het is halfeen ’s nachts. „Hier zijn er een paar aan het vissen”, zegt Eikenaar beslist terwijl hij de auto abrupt stilzet bij een recreatieplas. Slechts de krekels in het riet verbreken de stilte. Op de oever zitten drie jongens en twee meisjes bij een olielampje. Getuige de lege chipszakjes en blikjes -overigens keurig bij elkaar gehouden- hebben ze al heel wat naar binnen gestouwd. In het schemer zijn nog net een paar vishengels in standaards te ontdekken. „Jongens, mag ik jullie vergunning?” vraagt de opsporingsambtenaar.„Ben jij agent?” vraagt er een uit de groep als hij het pistool, de handboeien en de wapenstok aan de riem van Eikenaar ziet. „Zoiets”, zegt de jachtopziener uit Enter terwijl hij zijn legitimatie toont. Een van de jonge vissers heeft geen kaartje om op deze plaats te mogen vissen. „Ik heb wel voor een kaartje betaald”, zegt hij met een oprecht gezicht. Eikenaar gunt hem het voordeel van de twijfel.
„Vissen is voor veel jongeren in de omgeving van het Twentekanaal en het Overijssels Kanaal een populair tijdverdrijf”, zegt Eikenaar even later in de auto. „Hun vergunning is niet altijd in orde, maar meestal zijn het Russen en Polen die echt aan visstroperij doen. Daartegen treed ik streng op.”
Op de dijk langs het Overijssels Kanaal staan wat koepeltentjes. De hengels hangen in het water, de vissers zelf zijn in diepe rust. „Hé, word eens wakker”, roept Eikenaar terwijl hij op het tentdoek slaat. „Controle.” Met een slaapdronken hoofd en een verstoorde blik in zijn ogen kruipt de jongeman zijn tentje uit. De papieren heeft hij al bij de hand. De Enternaar laat zijn oog erover gaan. „Keurig, man, ga maar weer pitten.”
Eikenaar is voor de Wild Beheer Eenheid Rijssen toezichthouder in het buitengebied van Enter, Rijssen, Hellendoorn, Nijverdal, Daarle en Wierden. Een slordige 7000 hectare. Niet een gebied om zomaar even in een uurtje te doorkruisen. „Normaal gesproken controleer ik altijd op de motor. Overtreders komen niet snel weg door mul zand en over bospaadjes. Met de motor ben ik veel sneller dan met de auto”, aldus de jachtopziener.
In het nachtelijk duister ontdekt hij regelmatig dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. „Ooit trof ik diep in het bos een plek aan met vers omgewoelde aarde. Er bleken allemaal computerbeeldschermen begraven te liggen.” Dat zijn functie ook wel eens gevaren met zich meebrengt, ervoer Eikenaar ooit aan den lijve. „Ik had een paar Russen betrapt op illegaal vissen. Een van die kerels trok een groot fileermes. Gelukkig heb ik altijd de Walther P5 bij me. Alleen al het dreigen ermee was gelukkig voldoende om de Rus tot bedaren te brengen. De buitengewoon opsporingsambtenaren vormen het derde oog van de politie”, zeg ik altijd.”
De uitspraak van de Enterse jachtopziener blijkt niet uit de lucht gegrepen te zijn. Bij Hulsen -het is intussen halfdrie ’s nachts- staan twee fietsen tegen een bankje geparkeerd. Uit een van de fietstassen lichten in het schijnsel van de koplampen van Eikenaars auto enkele felblauwe straatnaambordjes op. „Die hebben ze gestolen”, zegt Eikenaar beslist. De jongelui duiken vliegensvlug de bosjes in als de opsporingsambtenaar de auto stilzet.
Eikenaar zet eerst de fietsen op slot, noteert de in de zadelstang gegraveerde postcodes en zet dan met een grote zaklamp de achtervolging in. Een omgeving van braamstruiken, brandnetels en daarachter een uitgestrekt maisveld vormen een prima schuilplaats voor de voortvluchtigen. Na een kwartier geeft de opsporingsambtenaar de achtervolging op. Met zijn portofoon roept hij de politie Hellendoorn op voor assistentie.
Het duurt niet lang of de politie is er. Twee agenten duiken net als Eikenaar de begroeide velden in. Af en toe luisteren ze of ze verdachte geluiden horen. Maar het blijft doodstil. Geen resultaat. Dan maar de politiehond inzetten, zo wordt beslist. De hondenbegeleider is toevallig in de buurt. Niet erg enthousiast over zijn nachtelijke opdracht loopt hij met zijn hijgende viervoeter het duister in.
En dat allemaal voor een paar straatnaambordjes, die overigens daadwerkelijk ontbreken in het dorp. Eikenaar is echter beslist. „Die borden zijn zo’n 300 euro per stuk waard. Er zijn fervente verzamelaars die vaak thuis nog veel meer exemplaren hebben liggen. Als we deze jongelui pakken, zit er mogelijk zo’n figuur bij.”
De postcodes op de fietsen bleken vervalst. Het politieonderzoek naar de diefstal van de straatnaambordjes loopt nog.