Verbreken
„Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou.”
1 Johannes 3:8 Gelijk de duivel een vader van alle leugens is, zijn ook alle zonden van de duivel. Er zijn geen zonden waar hij zijn helse poot niet in heeft. Er zijn mensen die menen dat alleen de duivel de zonde bedrijft en niet de zondaren zelf. Maar dat is niet zo. De duivel zondigt wel in de onbekeerde zondaren, maar ondertussen zondigen zij zelf. Zij doen de zonde immers met grote lust en vermaak. Ze zijn medewerkers van de duivel.
De Zoon van God is hiertoe geopenbaard, opdat Hij de werken van de duivel verbreken zou wanneer de Zoon van God de onbekeerlijke zondaren uitroeit uit deze wereld en in het laatste oordeel met ziel en lichaam zal werpen in de hel. Dit moet ons dienen tot verschrikking van allen die nog onbekeerlijk zijn. Want zolang zij in hun zonden willen voortvaren, spannen zij aan met de duivel om met hem een batterij op te werpen tegen de Zoon van God. De Zoon van God heeft echter een ijzeren scepter waarmee Hij hen en hun boze werken tegelijk aan stukken zal slaan en zal verpletteren als een pottenbakkersvat, wanneer zij onbekeerlijk blijven.
Joos van Laren,
predikant te Vlissingen
(”Zaad van de vrouw vermorzelt de slang”, 1669)