„Als God een wonder doet, geeft Hij een mond om te spreken”
DOORNSPIJK - „Wat heeft God deze middag gedaan? Als Hij wat gedaan heeft aan je ziel, vergeet je deze middag je hele leven niet meer.”
Dat zei ds. W. Roos, hersteld hervormd predikant te Doornspijk, gistermiddag aan het eind van de jaarlijkse zendingsmiddag in de Doornspijkse dorpskerk.De predikant, die zowel de opening als de sluiting verzorgde, opende de bijeenkomst met een korte toespraak naar aanleiding van Psalm 66:16. Hij zei dat de dichter sprak over zowel Gods wonderen in het algemeen als het wonder dat God aan zijn ziel gedaan had. „Het gaat er niet alleen om wat God vroeger gedaan heeft, maar ook om wat God aan mij gedaan heeft. Als God ons vernieuwt, mogen we vertellen hoe het begon. Dan zeg je: „Is het geen eeuwig wonder?””
„Onze God vergeeft de schuld, en dat is onbegrijpelijk”, stelde ds. Roos. „Als Hij het wonder gedaan heeft, geeft Hij een mond om te spreken, zowel in het gezin als daarbuiten en op het zendingsveld. Dan wil je vanuit de verwondering God groot maken. Zending bedrijven is God groot maken vanuit de liefde die God Zelf geeft.”
Verantwoordelijkheid
Kandidaat D. Burggraaf, die het beroep naar de hersteld hervormde gemeente van Maartensdijk heeft aangenomen, sprak over Johannes 1:26. De Heere Jezus had Zich volgens hem onopvallend onder de mensen geschaard. Dat tekende Hem in Zijn vernedering. Hij verliet de hemel om Zich tussen de mensen te begeven.
Volgens kandidaat Burggraaf is het opvallend dat er niet staat dat de mensen Christus gingen zoeken of dat ze aan Johannes gingen vragen wie en waar Hij was. Ze hoorden het allemaal rustig aan.
Hij trok de lijn door naar het heden. „Wanneer het Woord verkondigd wordt, stelt de Heere Jezus Zich in het midden van de hoorders. Beseffen we het voorrecht en de verantwoordelijkheid? De Koning der koningen is in het gewaad van Zijn Woord in het midden der gemeente. Of vinden we het maar gewoon?”
Het is nodig om Christus te kennen, aldus de kandidaat. „Het komt er niet op aan of je de zendingsmiddag in Doornspijk hebt bezocht, maar of er kennis is van het werk van Jezus Christus en Dien gekruisigd.”
Huis van vroomheid
Ds. A. C. Rijken, hersteld hervormd predikant te Gameren, mediteerde over Handelingen 20:18-21. Het is, zo zei hij, nodig om de doodsstaat in te leven. „Als dat niet gebeurd is, kunnen we een huis van vroomheid bouwen, maar het heeft geen waarde bij de Heere. Het is nodig in te leven wie we geworden zijn: dat we gans verloren liggen. Dat is hier nodig en op het zendingsveld, maar daarvan is de mens van nature een vijand.”
De predikant stelde dat Paulus oprecht kon zeggen dat hij ootmoedig was. „Vroeger was hij hoogmoedig, maar toen de Heere in zijn leven kwam, werd hij in zijn hoogmoed neergeworpen. Toen leerde hij dat de Heere Jezus moet wassen en hij minder worden. Paulus werd niet hoogmoedig met zijn bekering. Er zijn mensen die hun bekering vaak vertellen en dan hoogmoedig worden. Maar het moet gaan om de Heere, en bekeerde mensen moeten praten vanuit de laagte. Het oude volk zei vaak: „Als ik me maar niet bedrieg.” Dat volk was eerlijk en het was benauwd om er zelf tussen te zitten.”
Praten over Gods volk is volgens ds. Rijken niet genoeg. „We kunnen praten over Gods volk en altijd van verre blijven staan. Er moet aan ons een wonder gebeuren. We moeten aan het einde komen van onze eigen werken en komen tot een onvoorwaardelijke overgave aan Christus.”