Kerk Brehna allegaartje van bouwstijlen
BREHNA - Oud, ouder, ietsjes nieuwer en zelfs een fonkelnieuw stukje, net onder de nok van het dak. De eeuwenoude kloosterkerk van Brehna is een wonderlijk samenraapsel van bouwstijlen. In 2003 kreeg het godshuis de status van autobaankerk. Ooit zat de vrouw van Maarten Luther, Katharina van Bora, hier in de kerkbanken.
Ze staan wat te smoezen bij de kerkdeur. Leden van het kerkbestuur. Tenminste, Kurt is kerkbestuurder, vertelt hij. Samen met de andere mannen bespreekt hij de bouwtechnische staat. Zoals ze dat wel meer doen. Want in zo’n oud gebouw is altijd wel wat te repareren.Tot hoe lang de kerk open is? „Zolang het licht is”, lacht Kurt, en hij maakt een uitnodigend gebaar. „Welkom!”
Binnen is het schemerig. Is het buiten, in het centrum van het gehuchtje Brehna, al muisstil op dit uur van de dag, in de kerk kun je de stilte aanraken. Een bezoeker die binnenkomt, voelt zich wat hulpeloos. Hoe moet je dit gebouw ’lezen’? Wat is het oudste deel, wat zijn latere uitbreidingen en wie heeft die bijzondere galerijen aan weerszijden ontworpen?
Stoppen met denken. Gewoon in een van de griezelig smalle banken schuiven en zitten. Luisteren naar de vogels buiten, die bij tijden de stilte aan stukken fluiten. De laatste zonnestralen van de dag vallen door de lage boograampjes onder de galerij naar binnen. Ze breken geluidloos op de stenen vloer in stukken.
Aan een van de pilaren hangt een groot schilderij met daarop Maarten Luther. Om de hervormer te herkennen, hoef je geen kerkgeschiedenis gestudeerd te hebben. Het schilderij hangt net voor de tonronde preekstoel die aan de muur is bevestigd. Op de rand van de piepkleine kansel een Bijbeltekst: „Het Woord Gods is een kracht Gods tot zaligheid, een ieder die gelooft.” Jammer dat Luther die woorden niet kan zien. Hij kijkt precies de andere kant op.
Rechts van de preekstoel is er een grote toog. Erachter het koor, met daarin het hoogaltaar. Midden onder het gewelf hangt een Christusbeeld. Lutherse symboliek: geen toegang tot het altaar dan via het kruis. Naast de opgang naar het koor ligt op een tafel een opengeslagen Bijbel. Psalm 24: „Wie zal klimmen op de berg des Heeren en wie zal staan in de plaats Zijner heiligheid?”
Tegenover het altaar, aan de westmuur, hangt het orgel. Onder het orgel is een deur naar de torenkamer. Ook in die kamer een opengeslagen Bijbel. Psalm 73: „Maar mij aangaande, het is mij goed nabij God te wezen.”
Kurt vertelt op gedempte toon dat deze ruimte gebruikt kan worden voor gebed en meditatie. Links ligt een opengeslagen gastenboek. „Autobaankerk? Dat is een grap zeker”, sneert een bezoeker. „Slechte bewegwijzering en veel te ver van de snelweg.”
Een beetje gelijk heeft hij wel, al schrijf je dat hier natuurlijk niet zo op. De omgeving van Leipzig is namelijk één grote bouwput en ook het eeuwenoude gehuchtje Brehna lijkt niet aan een grondige verbouwing te ontkomen. Overal omleidingen, waardoor je de autobaankerk echt moet zoeken. Maar als je het gebouw gevonden hebt, is alle moeite direct vergeten.
De weldadige rust in dit dorpscentrum is na het gejaag van de snelweg als een fris bad na een hete zomerdag. Goudgele zonnestralen strijken nog even liefdevol over de muren van de oude kloosterkerk. Een opgeschoten puber houdt het in deze stilte niet uit. Hij jaagt de dorpsbewoners de stuipen op het lijf door zijn brommer over de kinderkopjes te laten knetteren. Dan wordt het weer stil.
Ooit, waarschijnlijk ergens begin 1500, leefde de vrouw van Maarten Luther, Katharina van Bora, hier in het klooster van Brehna. Hoe en wat, is niet bekend. Maar uit ten minste twee historische bronnen kan opgemaakt worden dat ze hier ingetreden was.
Nu, vijf eeuwen later, geen nonnen meer, maar zo nu en dan een verdwaalde toerist. Hoeveel het er zijn, weet Kurt niet. „Maar wel elke dag eentje, ja, dat wel.”
Dit is het vierde deel in een serie over autobaankerken in Duitsland. De autobaankerk van Brehna ligt aan de A9 (Berlijn München), afslag Halle, en is vanuit beide rijrichtingen te bereiken.