Koningsmaal of snelle hap
De synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) kwam gisteren niet tot besluitvorming inzake voorstellen van het deputaatschap voor de uitgave van de bundel schriftberijmingen en de herziening van de liturgische formulieren. Er bestaan al sinds 1968 herziene formulieren in de CGK, waaronder bevestigingsformulieren. Desondanks wilde de commissie de synode laten besluiten dat deputaten gaan herschrijven.
Het rapport van deputaten en commissie leverde een intensieve discussie op. De rij sprekers die op allerlei manieren bezwaar aantekenden tegen eigentijdse hertaling, dan wel gehele herschrijving, was groot. Ouderling D. Koole (Rijswijk) zette de toon: „Ik juich eigentijdse bewoordingen toe, maar zie het gevaar van vervlakking. Pas op dat monumentale taal niet versimpeld wordt. Er dreigt het gevaar van afdaling naar het niveau van straattaal." Koole zag als achterliggend probleem dat men te weinig kennis heeft. Het veelal niet mee kunnen meezingen van psalmen zonder boekje en het gebrekkig verstaan van de klassieke formulieren zag hij in elkaars verlengde liggen.
Ds. R. Kok (Sliedrecht) wilde aansluiten bij de pogingen van de Gereformeerde Bond tot hertaling. Ds. J. Jonkman (Drachten) schatte in dat de roep om hertaling diverse achtergronden heeft. „We zijn wel toe aan heldere bewoordingen van het belijden dat ons lief is, maar hertaal het niet zodanig dat de inhoud verloren gaat. Laat het monument daarom staan en geef er uitleg naast."
Ds. D. Visser (Broeksterwoude) ging in op de voorbeelden van herschreven formulieren, die omschreven werden als „illustraties van wat mogelijk is." Daarin staan herschreven gedeelten uit het doopformulier en het avondmaalsformulier. Ds. Visser: „In deze proeve staat veel dat me niet smaakt."
Snackbar
Ds. J. M. J. Kieviet (Rotterdam) was van oordeel dat de oude formulieren minder blinken als ze hertaald worden: „We moeten een koninklijke maaltijd niet inleveren voor de hapklare brokken van onze snackbarcultuur."
Ds. Kieviet was de schrik om het hart geslagen toen hij las dat men bij het avondmaal de viering meer wil benadrukken. „Dat is toch geen andere invulling dan de diep doorleefde overtuiging van onze vaderen ten aanzien van het avondmaal?" Hij mist in de proeve de zelfbeproeving en was bang voor inruiling van waarachtig gereformeerde elementen. Deputaat dr. J. W. van Pelt (Zwijndrecht) wees erop dat het slechts om een hertaald fragment gaat, dat uiteraard niet alle aspecten omvat.
Ds. J. Westerink zei dat er, gezien de opdrachten, geen sprake is van hertaling van de klassieke formulieren, maar van die formulieren die door eigen synoden zijn uitgegeven. Hij was ertegen om de in het deputatenrapport genoemde “proeven” op te nemen in de acta. Mochten ze in de acta komen, dan wilde hij een uitspraak van de synode. „Wat mij betreft wordt er dan uitgesproken dat het plaatjes zijn waarmee ik niet instem."
Niet voldoende
Namens deputaten reageerde ds. D. Dunsbergen (Ermelo). Hij zei dat de Gereformeerde Bond slechts een hertaling wil die heel dicht bij de klassieke formulieren blijft. „Wij willen herschrijven, en zelfs dat lijkt niet voldoende." Hij reageerde daarmee op de vraag of de Gereformeerde Bond niet beter naar de CGK had kunnen komen alvorens zelf aan de slag te gaan. De deputaat deelde mee dat zijn deputaatschap zeker niet de klassieke formulieren wil hertalen.
Tijdens de discussie kwam ook de passage uit het doopformulier aan de orde over de doop die in de plaats gekomen is van de besnijdenis. „Dat zou kunnen wijzen in de richting van de vervangingstheologie. De huidige formulering zou misverstanden kunnen oproepen waar het gaat over de doop en de verhouding tot de besnijdenis."