Het Sri Lankaanse leger hervatte gisteren de bombardementen toen de Tamil Tijgers zich opmaakten de sluis in een belangrijk irrigatiekanaal weer te openen. Sinds de rebellen de waterweg twee weken geleden blokkeerden zaten duizenden boeren zonder water.De Tamil Tijgers waren in het gezelschap van Scandinavische waarnemers op weg naar de sluis toen zij werden bestookt, meldde een woordvoerder. Eerder hadden zij naar eigen zeggen van de regering de toezegging gekregen dat zij ongehinderd naar de afgesloten waterkering konden gaan. De regering liet weten dat niet Tijgers, maar haar eigen mensen de sluis weer moeten openen.

De rebellenbeweging, die strijdt voor een onafhankelijke Tamilstaat, had eerder op de dag nog laten weten dat zij met een „totale oorlog” zou beginnen als de regeringstroepen zich schuldig zouden maken aan vijandelijkheden.

Nadat de rebellen in juli de sluis hadden gesloten, raakten zij slaags met regeringstroepen die de sluis probeerden te bereiken. In de zware gevechten vielen honderden doden.

In de stad Muttur werden gisteren de lijken van vijftien geëxecuteerde tsunamihulpverleners gevonden, nadat de rebellen zich hadden teruggetrokken. Dit heeft de hulporganisatie CHA laten weten. Het is onduidelijk wie de hulpverleners heeft geëxecuteerd. De slachtoffers zijn Sri Lankanen die werkten voor een Franse organisatie.

De Tamil Tijgers strijden al sinds begin jaren tachtig voor een eigen Tamilstaat in het noorden en oosten van Sri Lanka. Het geweld heeft aan tienduizenden mensen het leven gekost. Sinds 2002 geldt een bestand, maar in de praktijk houdt het geweld aan. In de afgelopen maanden raakten de LTTE en het regeringsleger weer volop slaags, met zeker 800 doden tot gevolg.