Alle provincies moeten aan het eind van dit jaar een lijst klaar hebben met gebieden waarvoor het meest dringend maatregelen nodig zijn. Het onderzoek in Oost-Nederland moet de andere provincies op weg helpen.Dat heeft de Rekenkamer Oost-Nederland vrijdag aangekondigd. Aan het tegengaan van verdroging wordt zeer veel geld besteed. Overijssel trekt jaarlijks bijna 23 miljoen euro uit, terwijl Gelderland zelfs meer dan 30 miljoen euro besteedt. Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit heeft bepaald dat de verdroging in Nederland in 2015 opgelost moet zijn.

Alle provincies hebben te maken met verdroging, al is het in het oosten en zuiden van het land door de bodemgesteldheid wel het ergst. Verdroging is grotendeels veroorzaakt doordat er te veel grondwater wordt onttrokken voor agrarische doeleinden. Sinds 1985 proberen Rijk, provincies, landbouworganisaties en waterschappen afdoende maatregelen te nemen, maar nog zonder voldoende effect.

Vorig jaar is daarom besloten dat er een landelijke toplijst van verdroogde gebieden moet komen. Door het aanpakken van die gebieden wil het ministerie de waterhuishouding in 2015 op orde hebben. Gebleken is echter dat er veel onduidelijkheid is over het provinciale beleid. Ook laat de relatie tussen provincie en waterschappen soms te wensen over. In Gelderland en Overijssel samen zijn acht verschillende schappen actief.

De Rekenkamer Oost-Nederland gaat na welke doelen de provincies hebben geformuleerd en hoe ze denken die te bereiken. Naar de inzet van geld in verleden, heden en toekomst komt een onderzoek. Ook gaat de rekenkamer verschillen en overeenkomsten in beleid van beide provincies op een rijtje zetten. Het onderzoek moet voor het eind van het jaar adviezen voor verbetering van het verdrogingsbeleid in het hele land opleveren.