Terug in de tijd in het DDR-museum
MONNICKENDAM (ANP) - Het DDR-museum in Monnickendam bezit onder meer de bekende staalhelm uit Oost-Duitsland, die door de manschappen van de Nationale Volksarmee werd gedragen. Maar het kleine particuliere museum over de DDR laat vooral die andere kant van Oost-Duitsland zien, die van het leven van alledag.
Wasmiddel van het merk Ray, Casinosigaretten en koffiefilters onder de merknaam Sonja. Het museum telt duizenden voorwerpen uit vroeger tijd, uit de tijd van de Koude Oorlog en de Muur. Uit de tijd dat oost en west nog duidelijk gescheiden waren en dat Oost vooral stond voor het communisme en West voor democratie.Het museum wordt gerund door Friso de Zeeuw en Thea Grijsen. De liefde voor de DDR ontstond bij De Zeeuw in 1985, toen hij namens de gemeente Amsterdam Berlijn bezocht. „Amsterdam begon toen met het invoeren van deelraden en in Berlijn hadden ze daar ervaring mee. Tijdens die studiereis maakte ik kennis met het oosten en nam ik de eerste voorwerpen mee naar Nederland. Dat was het begin van de verzamelwoede”, vertelt De Zeeuw.
De Zeeuw besmette zijn partner al snel met het oostvirus en sindsdien is het tweetal geregeld in de voormalige DDR te vinden. In de vitrines van het museum liggen anno 2006 duizenden artikelen, variërend van wekkers en tandenborstels tot medailles en oorkondes. „Want in het uitdelen van onderscheidingen waren ze kampioen”, licht Grijsen toe. „Ze vonden altijd wel een aanleiding om mensen in het zonnetje te zetten. Op voorwaarde uiteraard dat je geen enkele kritiek jegens het regime uitte.”
Het museum is alleen op afspraak te bezoeken, maar de belangstelling is groot. Veel mensen die ooit in de DDR op vakantie zijn geweest, via de kerk contacten onderhielden of zaken hebben gedaan op de Leipziger Messe komen herinneringen ophalen, maar ook veel ex-inwoners van de republiek komen langs. „En dan is het voor die mensen echt een feest der herkenning. Dan komen ook de verhalen langs over de mooie kanten van het leven in de DDR, zoals dat er altijd voor iedereen werk was en de gemeenschapszin”, vertelt Grijsen.
Die gemeenschapszin werd voor een deel ook nog door de staat georganiseerd (werknemers werden bijvoorbeeld verplicht na werktijd samen te bowlen). Maar ook de levendige informele ruileconomie kon niet zonder een netwerk van goede onderlinge betrekkingen.
In het museum zijn ook de uniformen van de Freie Deutschen Jugend, de Oost-Duitse variant van de padvinderij, te zien. Kinderen waren hier verplicht lid van. „Zeker de mensen die nu zonder werk zitten, hebben echt de overtuiging dat sommige aspecten van het leven voor de eenwording van de beide Duitslanden beter waren. Wij willen beide kanten laten zien en daarom besteden we ook aandacht aan de waanzinnige spionageactiviteiten van de Stasi.”
Het einde van de DDR diende zich aan in 1989. Na maanden van protesten tegen de staat ging op 9 november van dat jaar de grens met het westen open. De Berlijnse Muur, jarenlang het teken van de verdeling, werd gesloopt. In het museum natuurlijk ook een stukje muur, door De Zeeuw zelf uitgehakt. Na de val van de Muur kwam het proces van de eenwording op gang. Die was 3 oktober 1990 een feit.
Opmerkelijk voorwerp in het museum: champagne van het merk Rotkappchen. „Dat is een van de weinige dingen die hebben overleefd”, zegt Grijsen. „Die champagne wordt nog steeds gemaakt.”
Meer informatie: www.ddr-museum.nl.