Cultuur & boeken

Mozaïek over Mozes

Vanuit Jeruzalem maakte ik onlangs een indrukwekkende dagtrip naar de berg Nebo in het hartje van Jordanië. Alles herinnert er aan Mozes, zeker als je op de top staat vanwaar Mozes het beloofde land mocht aanschouwen nadat hij van God de boodschap had gekregen dat hij er niet in mocht trekken.

Dr. ir. J. van der Graaf
2 August 2006 08:23Gewijzigd op 14 November 2020 03:59

Dr. ir. J. van der Graafplattekst (u15,1,0(Vanaf de top van de Nebo kon Mozes de Jordaanvallei zien, de oase Jericho, de bergen rondom Jeruzalem, de bergen en de vlakte van Moab, waar Bileam het volk Israël zegende in plaats van het te vloeken. Het zijn allemaal namen die we in de vijf boeken van Mozes tegenkomen (Salem in Genesis 14, Jeruzalem voor het eerst in Jozua 12). Veertig jaar lang trok het volk Israël in deze contreien rond, soms murmurerend vanwege gebrek aan koelte en water of vanwege het eentonige voedsel. Hier werd geschiedenis geschreven. De koperen slang stond er ter genezing voor allen die ernaar opzagen als ze door de slangen gebeten waren; de slang die Hizkía overigens later moest verbrijzelen omdat het volk er afgoderij mee pleegde (2 Koningen 18:4), tot lering en vermaan voor alle geslachten na hem.

Op de Nebo staat hoog opgericht een sculptuur van de koperen slang, alsook een gedenkteken voor Mozes en een beeldhouwwerk uit de jaren veertig van de vorige eeuw van de Italiaanse beeldhouwer Bianchi, waarop in het Hebreeuws, het Grieks en het Latijn de woorden ”God is liefde” staan gebeiteld. Sinds 2000 is het beeld opgedragen aan paus Johannes Paulus II, die er toen een bezoek bracht. Sinds 1976 wordt op de Nebo jaarlijks het ”feest van Mozes” gevierd.

Terug in Jeruzalem kan ik het verhaal van mijn belevenissen aan iedereen kwijt, aan joden, moslims en christenen. Voor joden en christenen spreekt dat vanzelf. Zij hebben het Oude Testament (Tenach) gemeenschappelijk, al lezen ze het niet met dezelfde bril op. De joden beschouwen het Oude Testament in het licht van de Talmoed, de joodse mondelinge leer met commentaren van belangrijke rabbijnen en andere schriftgeleerden op de Tenach. Christenen lezen het Oude Testament vanuit het perspectief van het Nieuwe Testament. Voor joden is Mozes de grote profeet.

Ook voor moslims echter is Mozes (Moesa) een van de profeten. Zijn levensgeschiedenis loopt in de Koran voor een groot deel parallel met die van hem in de Pentateuch, al zijn er verschillen, zowel chronologisch als inhoudelijk. Zijn naam komt vele malen in de Koran voor. Dat de Koran delen bevat die historisch dezelfde informatie bieden als het Oude Testament is niet verwonderlijk. De Koran is pas ontstaan rond het jaar 650 na Christus.

Commentaar

Gegeven de religieuze context van het Midden-Oosten had ik sterke behoefte Koranteksten te vergelijken met de inhoud van de Pentateuch. Een kersvers boek leverde nuttige informatie: recent verscheen ”Mozes in Bijbel, Tora en Koran. De eerste vijf bijbelboeken toegelicht”. Het boek is samengesteld door kerk- en cultuurhistoricus dr. Louis Goossen, dr. Marcus van Loopik, onder meer docent bij de B. Folkertsmastichting voor Talmudica in Hilversum, en dr. Anton Wessels, ooit docent voor de missionaire dienst aan de Near East School of Theology in Beiroet, later hoogleraar aan de VU, als opvolger van prof. dr. J. Verkuyl.

Het boek bevat de complete tekst van de eerste vijf boeken van Mozes. Soms is de tekst voorzien van een voetnoot, waarin wordt gerefereerd aan bijvoorbeeld een mogelijk andere vertaling. Naast deze complete tekst wordt bij allerlei fragmenten in enkele woorden aangegeven wat de verwantschap van het desbetreffende fragment is met respectievelijk de joodse traditie, de islamitische traditie en de doorwerking in de westerse cultuur. Voor de joodse traditie betekent dit bijvoorbeeld dat joodse schrijvers worden geciteerd. Voor de islam geldt dat schrijvers uit die traditie worden aangehaald, waarbij ook wordt verwezen naar parallelle plaatsen van de tekst in de Koran.

Gegeven het vergelijkende karakter van deze uitgave behoeft de vertaling die is gekozen (de Nieuwe Bijbelvertaling) geen doorslaggevend bezwaar te zijn, al zouden er bij deze vertaling op zich tal van kanttekeningen te plaatsen zijn.
Schilders

Van christelijke zijde is intussen niet gekozen voor een dogmatisch-theologische benadering, maar voor een cultureel-historische. Dat betekent dat de eerste Bijbelboeken worden bekeken door de bril van beeldhouwers en schilders, die elk zo hun eigen (artistieke) exegese, interpretatie of optiek hebben aangaande de Schriftgedeelten. Hoewel de samenstellers aangeven dat het altijd om „een christelijke interpretatie” gaat, is daarmee nog niet gezegd dat het ook om een integraal Bijbelse interpretatie gaat, waarbij Schrift met Schrift wordt vergeleken zoals in een theologisch commentaar gebruikelijk is. Dat geeft tegelijk de beperking van dit boek aan, al wordt ook regelmatig verwezen naar het Nieuwe Testament en al blijven de verschillen tussen de religies niet onvermeld.

Ik geef één voorbeeld. Bij de wetgeving op de Sinaï wordt verwezen naar de wet die Jezus gaf in de Bergrede (Matthéüs 5:1-17). „De Heer geeft de wet”, „Jezus als de nieuwe Mozes” heet het dan, met verwijzing naar een mozaïek in een doopkapel in Napels en naar een Byzantijns reliekdoosje in een museum in Thessaloniki, waarin beide ’wetgevingen’ naast elkaar worden bewaard.

Gebeurde dat alleen in de Bergrede, kan men dan vragen. Op de Berg Nebo staat op een plaquette gegraveerd het woord uit Johannes 1:17: „Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden.” Dat gaat dieper. Als het gaat om genade en waarheid zijn de religies niet alleen onderscheiden, maar scheiden ze ook. Genade en waarheid zijn echter niet of nauwelijks in beelden te vangen.
Bron van informatie

Het onderhavige boek is een bron van informatie, samengesteld door geleerden van naam. Hoewel de Bijbeltekst uitgangspunt is voor vergelijking met (commentariërende) geschriften uit jodendom en islam, moet men toch in acht nemen de beperking die de ’commentatoren’ zich hebben opgelegd door vooral te verwijzen naar cultuur-historische bronnen, ook al zijn die op zich gerelateerd aan Schriftplaatsen in Tenach en Evangelie. Voor vele lezers, zegt het voorwoord, biedt deze benadering vanwege de „verrassende inbreng” mogelijk „nieuwe invalshoeken.” Een theologische vergelijking c.q. theologisch commentaar blijft evenwel onmisbaar, al was het maar om syncretistische tendensen, waarbij een vermenging van begrippen plaatsheeft, tegen te gaan.

voetnoot (u17(N. a. v. ”Mozes in Bijbel, Tora en Koran. De eerste vijf bijbelboeken toegelicht”, door Louis Goossen, Marcus van Loopik en Anton Wessels; uitg. Jongbloed, Heerenveen, 2006; ISBN 90 6539 278 5; 434 blz.; € 39,-.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer