De SGP en de CU in de Overijsselse gemeente hebben grote bezwaren tegen de komst van de muziekgroep. In een brief aan de burgemeester van Staphorst noemt de SGP-kiesvereniging het taalgebruik van de muziekband „grof, plat en onverschillig.”Een verzoek om het geplande concert van Normaal te verbieden, is echter niet gehonoreerd. De burgemeester heeft zeker begrip voor de bezwaren bij een groot deel van de bevolking maar ziet binnen de bestaande regelgeving geen aanleiding of mogelijkheid de vergunning voor het optreden te weigeren.

Ook elders hebben kerken, protestants-christelijke partijen en werkgroepen pogingen gedaan om optredens van muziekgroepen te verbieden. In Rijssen stuurde een aantal kerken de gemeente een brief om te protesteren tegen een rockfestival dat komende maand in de Twentse plaats gehouden staat te worden. In Apeldoorn heeft een werkgroep zorgen geuit over een vergelijkbaar evenement.

De protesten hebben geen effect. Elke gewraakte festiviteit gaat gewoon door. De bezwaarden worden in de media en de publieke opinie afgeschilderd als „hopeloos ouderwets, achterlijk en komend van een andere planeet.” Of -vinniger- als onverdraagzaam omdat ze uit benepenheid de jeugd een pleziertje ontzeggen.

Dergelijke reacties wijzen uit dat voor de argumenten van christenen steeds minder begrip is. Op zichzelf is dat merkwaardig in een samenleving waarin men hamert op herstel en behoud van waarden en normen.

Niemand kan ontkennen dat rockfestivals samengaan met overmatig drankgebruik en dientengevolge liederlijk gedrag. Niemand zal ook kunnen beweren dat de rockgroep Normaal alleen maar fatsoenlijke taal gebruikt. Een woordvoerder van de muziekband zelf zegt dat zijn groep het graag „recht voor zijn raap zegt.” Voor Normaal is dat normaal.

Het tolereren van dergelijke festiviteiten met de genoemde (bij)verschijnselen staat op gespannen voet met het streven de normvervaging een halt toe te roepen. Terecht dat de SGP-kiesvereniging daar de vinger bij heeft gelegd. Dat is niet achterlijk, dat is het gebruiken van het gezond verstand en het trekken van de consequenties uit een campagne voor waarden en normen.

Toch blijkt keer op keer dat protesten nauwelijks iets uithalen. Bestaande regelgeving biedt gemeentebestuurders vaak weinig ruimte. En als er in de gemeentelijke verordeningen een aanknopingspunt is, zoals bijvoorbeeld een vloekverbod, dan maken burgemeesters daar nauwelijks of nooit gebruik van. Helaas.

Heeft protesteren dan geen zin? Gelet op het resultaat misschien niet. Maar daarmee is men niet van de plicht ontslagen. Christenen zijn geroepen te getuigen omdat de naam en de eer van God in het geding zijn. Dat is normgevend.