De twee lichamen werden dinsdag in de woning van het tweetal gevonden. De agent heeft de schoten gelost met zijn dienstwapen. De politie onderzoekt hoe de man over dit wapen thuis kon beschikken. Agenten moeten hun wapens in een kluisje op het bureau bewaren.Na afloop van een dienst is het de agent zelf die zijn wapen in de kluis legt. „Het is een gebruiksvoorwerp dat nodig is voor het uitoefenen van een dienst. Als hij of zij op enig moment dat wapen nodig heeft voor het werk, dan kan dat. Er zijn agenten die hun wapen onder strikte voorwaarden mee mogen nemen naar huis, maar dat zijn uitzonderingen", aldus een woordvoerder van de politie Noord– en Oost–Gelderland. De agent uit Ermelo had geen toestemming.

Intern onderzoek door het bureau Integriteit en Veiligheid van het korps moet uitwijzen hoe het kon dat de agent het wapen thuis had. De korpsleiding vroeg in 2005 al extra aandacht voor de geldende regels naar aanleiding van een incident in april van dat jaar in Hilversum waarbij een agent met zijn dienstwapen eerst zijn vrouw en drie kinderen en daarna zichzelf doodschoot.

Het onderzoek naar de dood van de twee mensen in Ermelo is dinsdag conform landelijke regels door een naburig korps gedaan. Hoewel al snel het dienstwapen bij de lichamen werd gevonden, is eerst uitvoerig onderzoek gedaan om alle moordscenario’s langs te gaan. Vooral het technisch onderzoek door de twintig agenten die zich met de zaak bezighielden, vergde veel tijd. Ook moesten ze op de uitslag van de sectie wachten.

Over een eventueel motief van de schutter doet de politie geen mededelingen. De leden van het korps Noord– en Oost–Gelderland hebben met verslagenheid en ongeloof gereageerd op de resultaten van het onderzoek.

Cees den Bakker, woordvoerder van de Raad van Hoofdcommissarissen, noemt de gebeurtenis in Ermelo „een triest incident". „Wij hebben alle vertrouwen in het naburig korps dat met het onderzoek is belast". Aangezien de politie Noord– en Oost–Gelderland een zelfstandig korps is, zal de raad geen verdere actie ondernemen, aldus Den Bakker.

„De regels omtrent het dienstwapen zijn duidelijk genoeg", zegt Hans van Duin, voorzitter van de Nederlandse Politiebond. „Maar wat iemand er uiteindelijk mee doet, kun je niet controleren". De bond ziet geen aanleiding in de voorvallen van 2005 en 2006 om extra maatregelen te nemen. „Verder wachten wij eerst het onderzoek onder leiding van het Openbaar Ministerie af", liet de voorzitter weten.