Reizigers voelen zich veiliger in bus en trein
DEN HAAG - Reizigers zijn zich vorig jaar iets veiliger gaan voelen in het openbaar vervoer dan in 2004. Ook werd er minder zwartgereden en maakte het personeel van de ov-bedrijven minder vaak melding maken van incidenten.
Dat blijkt uit een drietal onderzoeken, waarvan de resultaten donderdag werden bekendgemaakt door het ministerie van Verkeer en Waterstaat.Van alle reizigers in bus, trein, tram en metro werd 7,3 procent vorig jaar slachtoffer van een of meer incidenten. Dat betekent een lichte verbetering ten opzichte van 2004, toen dit percentage op 7,4 lag.
De meeste strafbare incidenten komen voor op werkdagen. Het gemiddelde percentage incidenten is vroeg in de avond het hoogst.
In de meeste gevallen maakten de daders zich vorig jaar schuldig aan het lastigvallen van medepassagiers. Diefstal en bedreiging komen iets minder vaak voor. Mishandelingen komen het minste voor.
Ongeveer 1 procent van de reizigers werd in 2005 slachtoffer van mishandeling. Jongeren worden vaker slachtoffer van een (gewelds)incident dan ouderen.
Van alle reizigers was vorig jaar 15,7 procent ooggetuige van een of meer incidenten in het openbaar vervoer. In 2004 lag dit percentage hoger met 17,8 procent.
Het onderzoek naar het veiligheidsgevoel onder reizigers is uitgevoerd in het laatste kwartaal van 2005. Gespreid over het hele land werden ruim 85.000 enquêtes ingevuld.
Het veiligheidsgevoel van het personeel van de ov-bedrijven is ook onderzocht. In 2004 maakten zes op de tien conducteurs, machinisten en chauffeurs een of meer incidenten mee. Vorig jaar ging het iets beter, want het percentage daalde naar 56.
Het personeel voelt zich vooral tijdens de late avonduren onveilig door vechtende passagiers, verbale agressie en mishandeling of zelfs aanranding. Situaties die minder onveiligheidsgevoelens veroorzaken zijn verontreiniging van voertuigen, het met de voeten op de bank zitten, passagiers die lawaai maken en passagiers die in het voertuig roken.
Een van de onderzoeken was gericht op het zwartrijden, een van de belangrijkste oorzaken voor incidenten in het openbaar vervoer. In 2004 werden afspraken gemaakt om het ongewenste fenomeen terug te dringen. Sindsdien nam het aantal zwartrijders in twaalf van de achttien onderzochte vervoersregio’s af. Op die plaatsen waar reizigers voor het instappen een vervoersbewijs moeten tonen, daalde het percentage zwartrijders onder de 3 procent.
In vier regio’s veranderde er niets, twee regio’s zagen het aantal zwartrijders toenemen. Het gaat dan om de metro in Amsterdam, waar ruwweg een op de acht reizigers niet betaalt voor het vervoer, en om de sneltram in Utrecht. In deze tram weigert 6,7 procent van de inzittenden een kaartje te kopen.