R. Hessing (Binnenlandse Zaken)
Hoofdcommissaris R. (Rob) Hessing is waar hij wilde zijn. Als aankomend staatssecretaris van Binnenlandse Zaken staat hij niet langer langs de zijlijn, maar trekt hij zelf aan de touwtjes. Niet voor het CDA, waar hij jaren lid van was, maar voor de LPF.
Hessing (1942) -die verantwoordelijk wordt voor Openbare Orde- kreeg landelijke bekendheid als korpschef van de politie in Rotterdam. In 1989 trad hij in de Maasstad aan als eerste man van de gemeentepolitie. Onder zijn leiding ging het korps op in de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond.
In 1996 nam Hessing afscheid. Toenmalig burgemeester Peper onthulde bij die gelegenheid hoe Hessing, toen een relatieve onbekende in politieland, tot eerste man in Rotterdam werd benoemd. Hoofdcommissaris Nordholt van Amsterdam had de burgervader op het bestaan van Hessing gewezen.
In de wandelgangen van het stadhuis valt te horen dat Peper ook achter het vertrek van Hessing zou hebben gezeten. Na enkele jaren boterde het niet meer tussen de twee. De oplossing werd gevonden in de benoeming van Hessing tot ambassaderaad in Parijs. Na zijn vertrek naar Frankrijk werd het een poos stil rond Hessing. Vorig jaar maart verkaste de hoofdcommissaris naar Brussel om zich toe te leggen op internationale politie- en justitiesamenwerking.
Dat hij een actieve rol in de politiek gaat spelen, komt niet als een verrassing. In november 1999 liet hij zich tijdens een bezoek van de kamercommissie voor binnenlandse zaken aan Lyon al ontvallen dat hij dit ambieerde. Het was voor het eerst dat Hessing openlijk zei dat hij lid was van het CDA en hij uitte meteen kritiek „Het CDA heeft een heel inhoudelijk programma, maar het komt er niet uit”, zei hij. De manier waarop het CDA zich de afgelopen decennia had ontwikkeld, noemde hij „bijna desastreus.”