De deelname onder mensen met een inkomen beneden modaal bedroeg daarentegen 7 procent. Van de mensen die rond de 30.000 euro per jaar (modaal) verdienen, koos ook maar 7,7 procent voor levensloop.Dat blijkt uit een woensdag gepubliceerd onderzoek van Blauw Research, dat in opdracht van arbeidsbemiddelaar Randstad is verricht onder bijna 1200 werknemers.

Gemiddeld besloot 9,3 procent van de ondervraagden in de periode begin maart tot half juni mee te doen aan de verlofspaarregeling die dit jaar is ingevoerd. Verzekeraars hadden al eerder geschat dat tussen de 5 en 10 procent van de circa 7 miljoen werknemers in Nederland deel zou nemen.

Het merendeel van de ondervraagden (84 procent) zei grotendeels te weten wat de nieuwe regeling inhoudt. Werknemers die al geld opzijzetten via spaarloon moeten kiezen tussen de twee regelingen. Daarvoor hadden ze dit jaar tot 1 juli de tijd. Van de werknemers heeft 44 procent gekozen voor spaarloon. Bijna de helft had in juni nog geen keuze gemaakt.

Werknemers van 46 jaar of ouder blijken het best bekend met levensloop, maar hebben het vaakst gekozen voor spaarloon. Ruim de helft van hen blijft sparen via de oude regeling, tegen 8,3 procent die is ingestapt in het nieuwe verlofsparen. De rest was er een maand geleden nog niet uit.

Personeel van 31 tot en met 45 jaar heeft het vaakst voor levensloop gekozen. Van hen heeft 10,4 procent besloten aan de nieuwe regeling mee te doen. Ruim vier op tien zijn bij spaarloon gebleven en bijna de helft wist het nog niet.

Bij de groep werknemers van 30 jaar of jonger zitten de meeste twijfelaars. Bijna zes op de tien van de jongeren was er vorige maand nog niet uit, een derde blijft bij spaarloon en 8,5 procent heeft gekozen voor levensloop.