Cameratoezicht Wilhelm S. net opgeheven
DEN HAAG (ANP) – Het toezicht met camera’s op de in de Bijlmerbajes gedetineerde Wilhelm S. was op 3 juli definitief opgeheven. Enkele weken daarvoor was het cameratoezicht overdag beëindigd, vanaf 3 juli gold dat ook voor het nachtelijk toezicht. Dat zegt de advocaat van S., Job Knoester.
Knoester toonde zich dinsdag „niet alleen geschokt, maar ook verrast". De raadsman had nog geregeld contact met S. „Ik kreeg de laatste tijd juist signalen van hem die erop wezen dat hij helemaal geen plannen had in deze richting. Als hij die toen wel had gehad, heeft hij mij goed om de tuin geleid", aldus Knoester. „Maar S. was een man die zich moeilijk liet kennen. Wel was bekend dat hij last had van stemmingswisselingen". Knoester sprak S. vorige week voor het laatst. Maandag zou hij hem weer bezoeken.Sinds de zaak–Volkert van der G., de moordenaar van Pim Fortuyn, geldt er wetgeving die het mogelijk maakt om permanent cameratoezicht toe te passen. „Daarbij gaat het om zaken die grote maatschappelijke onrust teweeg hebben gebracht. Dat was hier het geval. S. heeft zich op alle mogelijke manieren daartegen verzet”. Volgens Knoester is nog niet duidelijk waarom het cameratoezicht in het geval van S. is beëindigd. „Als een strafzaak definitief is afgerond, komt er een moment waarop dat beslist moet worden. De zaak–S. was afgerond, dus die beslissing kon genomen worden”.
De Rijksrecherche onderzoekt de zelfdoding van S. In beginsel worden gevallen van niet–natuurlijke dood in strafinrichtingen onderzocht door de ’gewone’ regiopolitie. Uit antwoorden op Kamervragen van minister Donner van Justitie in maart van dit jaar blijkt dat de Rijksrecherche de gevallen onderzoekt waarin sprake is van „aanwijzingen voor opzet of schuld aan de zijde van het personeel van de inrichting”. Waarom de Rijksrecherche het geval–S. onderzoekt, is Knoester niet duidelijk. „Ik heb in elk geval geen enkele aanwijzing dat er aan de kant van justitie fouten zijn gemaakt.
Wilhelm S. is vermoedelijk door verstikking om het leven gekomen, zo heeft Knoester vernomen.