Emigranten kenden hechte sociale band
PRINCETON - De oude universiteitsstad Princeton aan de Amerikaanse oostkust herbergt deze week het vijfde driejaarlijkse congres van de Internationale Vereniging voor de Bestudering van Gereformeerde Gemeenschappen. De nadruk ligt ditmaal op de groeiende globalisering en het toenemende pluralisme. Daarbij is duidelijk sprake van een Nederlandse inbreng.
Prof. dr. G. Harinck van de Vrije Universiteit presenteerde maandagmorgen als eerste spreker een beschouwing over het Nederlandse model van de scheiding van kerk en staat. Thorbecke ging uit van een scheiding tussen het christendom en de verschillende kerken. De staat, die gebaseerd was op een christendom boven geloofsverdeeldheid, had de kerken niet nodig. Groen van Prinsterer daarentegen wilde de staat en zeker de scholen niet los zien van de Hervormde Kerk.Enkele decennia later bepleitte Kuyper een pluriform publiek domein. Ieders overtuiging kon daar tot uitdrukking komen. Gelijkheid voor de wet van de verschillende levensbeschouwelijke groepen was daarbij Kuypers uitgangspunt, ook voor de oplossing van de schoolstrijd.
In deze verzuilde maatschappij vormde het koningshuis een belangrijk bindmiddel. Voor een verheerlijking van de staat onder invloed van fascistische of nationaalsocialistische ideologieën was geen plaats.
Onder invloed van de televisie, de welvaart, de verzorgingsstaat, de secularisatie en het individualisme kwam aan deze verzuilde maatschappij een eind. Nederland werd een van de meest geseculariseerde landen van Europa. Voor het publieke domein achtte niemand zich meer verantwoordelijk.
„Hoe dat gat moet worden opgevuld, is nog steeds niet duidelijk”, zo constateerde Harinck. In ieder geval geldt dat een gezonde democratie niet afhankelijk is van een sterke staat of een goede grondwet, maar van sterke burgers.
De Tilburgse hoogleraar P. Ester schonk aandacht aan het sociaal kapitaal van de Nederlandse gereformeerden in Amerika. Het gaat daarbij om sterke gemeenschapsbanden, lotsverbondenheid, een duidelijk religieus zelfbeeld, nadruk op cultuuroverdracht aan de jongere generatie en het wonen in elkaars nabijheid.
In de sociale wetenschappen is de laatste jaren meer aandacht gekomen voor het grote belang hiervan. De aanwezigheid van een omvangrijk sociaal kapitaal bij de Amerikaanse gereformeerden verklaart waarom zij als emigrantengroep relatief succesvol zijn.
De huidige Amerikaanse maatschappij lijdt onder verlies van sociaal kapitaal. Familiebanden zijn losser geworden. Mensen zijn minder betrokken bij politiek en maatschappij en bij allerlei godsdienstige of seculiere sociale activiteiten. Het maatschappelijk vertrouwen is afgenomen. De vraag is of de gereformeerden in de Verenigde Staten er wel in zullen slagen om hun sociaal kapitaal aan de nieuwe generatie over te dragen.
In navolging van Robert Putnam onderscheidde Ester twee vormen van sociaal kapitaal: het ene samenbindend en het andere overbruggend. Traditioneel zijn de gereformeerden sterk op het punt van samenbindend sociaal kapitaal. Overbruggend sociaal kapitaal is minder aanwezig, vanwege hun traditioneel terughoudende opstelling ten opzichte van de wereld. Naarmate men die opstelling loslaat, is echter de kans op identiteitsverlies groter.
Dr. C. S. L. Janse, oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad, gaf een analyse van de positie van de Gereformeerde Gemeenten in de afgelopen honderd jaar. Terwijl de veel grotere Gereformeerde Kerken duidelijk hun identiteit verloren hebben, is dat bij de Gereformeerde Gemeenten niet het geval. Kerstens erfenis is daar nog duidelijk aanwezig. Qua ledental is er sprake van een voortdurende groei.
Dat volgelingen van Kersten een andere weg gingen dan die van Kuyper, was een gevolg van hun piëtistische ligging. Zij voelden zich sterk verbonden met de Nadere Reformatie. Daarnaast bepleitten zij een grotere afstand tot de wereld. Met Kuypers gemenegratiegedachte en het daaruit voortvloeiende cultuuroptimisme konden zij niet meegaan. Waarschuwingen tegen verwereldlijking van de gemeenten en de vrees voor een oppervlakkig geloof, waarin het ware werk van God gemist wordt, waren vanouds kenmerkend voor hun kerkverband.
De nadruk op het bewaren van de eigen identiteit komt ook tot uitdrukking in de selectie van ambtsdragers. Ouderlingen en diakenen staan vaak jarenlang in het ambt. De toelating tot de predikantenopleiding wordt scherp bewaakt. Geen wonder dat de leidinggevenden veelal een behoudende lijn voorstaan.
„Niettemin voelen ook de Gereformeerde Gemeenten in toenemende mate de druk van de moderne samenleving. Er is onmiskenbaar een erosie van de traditionele levensstijl. Ook valt de opmars van een meer oppervlakkige geloofsbeleving te constateren. Dat roept binnen het kerkverband allerlei spanningen op”, aldus Janse, „die de komende jaren sterker zullen worden.”
Verder kwamen op de eerste conferentiedag thema’s aan de orde als het presbyterianisme en de globalisering, religieus individualisme en relativisme in de Christian Reformed Church en ontwikkelingen in de gereformeerde kerken in het Gronings-Drentse turfgebied tussen 1880 en 1940.