Oogzorg vraagt gezamenlijke aanpak
Nederland kan jaarlijks 715 miljoen euro besparen op het behandelen van blindheid en slechtziendheid, meldde deze krant onlangs. Drs. D. F. de Korne, dr. H. G. Lemij, drs. J. C. A. Sol en R. Gort maken concreet op welke manieren de besparingen werkelijkheid kunnen worden.
Nederland kan 715 miljoen euro besparen op het behandelen van blindheid en slechtziendheid, zo meldde deze krant (RD van 1 juli). Dr. H. Limburg, uitvoerend secretaris van de organisatie Vision2020, rekende in het RD van 1 juli het bedrag van 715 miljoen voor en gaf aan dat de meeste winst bij de behandeling van blindheid en slechtziendheid te behalen is door vroegtijdige opsporing van staar, glaucoom en netvliesproblemen vanwege ouderdom of suikerziekte. Patiënten en artsen krijgen in het artikel echter een veeg uit de pan en worden opgeroepen in actie te komen.Wij ondersteunen enerzijds deze oproep, maar maken ook graag concreet op welke manieren de besparingen werkelijkheid kunnen worden.
Geleidelijk
Veel oogaandoeningen ontstaan zeer geleidelijk. Zo is glaucoom (bij de meeste patiënten een te hoge druk in de oogbol) een aandoening die met name voorkomt boven het 40e levensjaar. De ontwikkeling gaat langzaam, maar de aangerichte schade is wel irreversibel (onomkeerbaar). Nieuwere beeldvormende technieken, zoals GDx VCC-meetapparatuur, kunnen een grote rol spelen in vroegtijdige opsporing. Voor de risicogroep is het dan ook van groot belang met enige regelmaat de ogen te laten controleren.
Wie moet die controles uitvoeren? In een optiekzaak moet veelal het midden worden gevonden tussen professioneel onafhankelijk advies en het verkopen van brillen en contactlenzen. Om zeker te zijn van een deskundig advies is de aanwezigheid van een optometrist in de optiekwinkel van groot belang. Deze hbo-opgeleide professional doet oogmetingen, spoort afwijkingen en bepaalde ziektes aan het oog op én meet brillen en lenzen aan. Gerichte hulp en doorverwijzing staan daarbij centraal.
Zo heeft in Zuid-Holland een aantal optometristen zich verenigd in het Optometristen Collectief Rijnmond. Dit collectief heeft samenwerkingsafspraken met een ziekenhuis gemaakt, waardoor direct doorverwezen kan worden naar de oogarts, zonder tussenkomst van de huisarts. De optometrist kan op deze manier een belangrijke rol vervullen in het vroegtijdig opsporen van nieuwe patiënten.
Diabetes
Terecht pleit dr. Limburg voor oogcontrole bij patiënten met bepaalde chronische aandoeningen, zoals diabetespatiënten. Wij vinden dat de lijnen tussen oogartsen en internisten en tussen afdelingen in ziekenhuizen korter kunnen. In veel ziekenhuizen zijn speciale diabetesspreekuren of poli’s opgericht, maar welke rol speelt de oogarts daarin? Specialisten en ziekenhuizen dienen ervoor te zorgen dat de patiënt het totaal van de zorgverlening als eenheid ervaart en dat waar nodig snelle doorverwijzing kan plaatsvinden.
De oogarts komt nogal eens diabetische oogaandoeningen op het spoor zonder dat de patiënt weet dat hij of zij diabetes heeft. In nauwe samenwerking met de oogarts kan de optometrist in het ziekenhuis ook hier een aantal taken overnemen bij reguliere controles van patiënten die reeds onder behandeling zijn. Onderzoek heeft aangetoond dat de kwaliteit van deze controles en de tevredenheid van de patiënten uitstekend zijn. En als het gaat om besparingen: heeft dr. Limburg de reductie van de kosten die deze taakherschikking met zich meebrengt ook meegerekend?
Risicogroepen
Ouderen, al dan niet zelfstandig wonend, maar ook (jonge) kinderen vormen twee belangrijke risicogroepen. Voorlichting en preventieactiviteiten moeten dan ook op beide groepen gericht zijn. Waarom geen gastles op de basisschool over (scheel)zien, afplakken en brildragen? Ouderen en verstandelijk gehandicapten in zorginstellingen kunnen worden bereikt door het invoeren van een reguliere screening door optometristen.
In de Rotterdamse regio vindt momenteel een grootschalig wetenschappelijk onderzoek plaats naar de kosten en de effecten van standaardscreening op oog- en gezichtsscherpteproblemen bij ouderen die in een verzorgingshuis wonen. Wetenschap, ziekenhuis, ouderenzorg en ondersteuningsorganisaties werken daarin samen aan gerichte en efficiënte aandacht voor goed zicht.
Wat blijft er voor een oudere over van een (sociaal) leven als de ogen achteruitgaan? Bedenk ook dat de kans op vallen, ongevallen en dergelijke veel groter wordt door slechte ogen. Het is dan bijzonder interessant om kosten, baten en faalkosten van het niet-uitvoeren van de mogelijke interventies met elkaar in verband te brengen.
Garantie
Te midden van de roep tot concurrentie en marktwerking in de zorg pleiten wij dus voor samenwerking tussen (oog)artsen, paramedici en instellingen. De dubbele vergrijzing van de bevolking in combinatie met een tekort aan oogartsen vraagt om een netwerkmodel als uitgangspunt van cliëntgerichte zorg. Voor de patiënt moet het niet uitmaken waar en wanneer hij of zij het netwerk binnenstapt en een beroep doet op zorg: hij moet de garantie hebben de beste oogzorg te ontvangen.
Een veelgehoord argument en reden voor het doodlopen van samenwerkingsprojecten in de zorg is gebrek aan ketengerichte financiering. En terecht. Want wie betaalt de orthoptist uit het ziekenhuis die een les verzorgt op de basisschool? Of de verpleegkundige die voorlichting geeft aan een groep ouderen tijdens hun maandelijkse soos? Of de optometrist van een ondersteuningsorganisatie die ouderen screent in een verzorgingshuis?
Hoewel bij zorgverzekeraars beweging zichtbaar is, zijn dergelijke initiatieven nog te vaak slechts mogelijk door welwillende zorgaanbieders. Met het risico dat met afronding van een succesvol project de structurele financiering uitblijft.
Creativiteit
In genoemd artikel deed de directeur van Stichting Oogfonds Nederland een beroep op de overheid om met subsidie te komen voor bijsluiters in braillevorm. Ons advies is: wacht niet alleen op allerhande regelingen van bovenaf, maar speel de bal als die er ligt. Alleen met creativiteit en innovatief handelen zijn de huidige en de toekomstige oogpatiënt geholpen.
Wij roepen patiënten, optometristen, ziekenhuizen, ondersteuningsorganisaties en verzekeraars op de handen ineen te slaan. De eerstvolgende dag waarop wereldwijd aandacht wordt besteed aan het programma Vision2020 van de Wereldgezondheidsorganisatie is World Sight Day op 12 oktober. Een mooi moment om Nederland en de wereld te tonen hoe ver we zijn.
De auteurs zijn als beleidsmedewerker, glaucoomspecialist en financieel directeur verbonden aan Oogziekenhuis Rotterdam, respectievelijk als optometrist aan het Optometristen Collectief Rijnmond.