Kerk & religie

Van hosties en miraculeuze wonderen

BREDA - De beeldenstorm van 1566 heeft in de Bredase Grote Kerk in één klap het roomse verleden weggevaagd. Dankzij de expositie ”Praal en devotie” kan de bezoeker toch een blik werpen op de unieke kerk- en kunstschatten uit deze tijd. Een kennismaking met mirakels, hosties en vooral de noeste arbeid van de kanunniken.

K. van der Zwaag
10 July 2006 10:12Gewijzigd op 14 November 2020 03:55
BREDA – Muurschildering van de boodschap van aartsengel Gabriël (l.) aan Maria. Foto Grote Kerk Breda
BREDA – Muurschildering van de boodschap van aartsengel Gabriël (l.) aan Maria. Foto Grote Kerk Breda

De kerk heet nu de Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk, om niet herinnerd te worden aan het schisma van Rome en Reformatie. Het godshuis, gelegen aan de Grote Markt, is sober ingericht. Toch bergt het een rijkdom in zich, in de vorm van een aantal unieke kunstschatten en schilderingen.Dat was mede te danken aan de Nassaus, die zich in 1404 in Breda vestigden. Ze ontwikkelden zich tot een van de rijkste en machtigste families in Europa. In 2004 -ter gelegenheid van de herdenking van 600 jaar intrede van de Nassaus in Breda- mocht het publiek kennismaken met de schatten van de Nassaus in de kerk. De expositie ”Pronk en praal. De Nassaus in de Grote Kerk” trok ruim 100.000 mensen.

Nu loopt het bezoek vooralsnog minder snel. Het is vakantietijd en het is warm, zelfs in de oude kerk. De expositie, die loopt tot 30 juni 2007, vertelt het verhaal over de periode 1410 tot en met 1566, de periode waarin het rooms-katholicisme van de late middeleeuwen bepalend was. Hoewel pas in 1648 (Vrede van Münster) de kerk in handen van de protestanten kwam, maakte de beeldenstorm in 1566 een abrupt einde aan de kanunnikencultuur.

De techniek werkt in deze expositie ondersteunend. Via mediaplayers -computergestuurde beeldschermen met een aanraakscherm- kan de bezoeker niet alleen de objecten zien, maar ook inzoomen op details. Bovendien is de gehele vorige expositie ”Pronk en praal” door middel van deze players te zien.

Kapittelkerk
De kerkgeschiedenis van Breda kreeg vooral aan het begin van de veertiende eeuw vorm, toen er in 1303 een kapittelkerk werd gesticht, een zelfstandige gemeenschap van kanunniken. Kanunniken waren wereldlijke geestelijken die benoemd werden door -in dit geval- de heer van Breda.

Hun taak bestond uit het vieren van de koordiensten, zesmaal per dag. Ze kregen van lieverlee een steeds betere positie en woonden in goede huizen. Ze kozen voor hun begrafenis de beste plaats in de kerk om ook in het hiernamaals een goede plek te krijgen, zo vermeldt het programmaboekje. De bediening van de altaren werd verricht door de kapelaans.

De objecten van de expositie, meest in bruikleen gegeven, spreken van een vervlogen verleden. Bijzondere stukken zijn een zestiende-eeuws paneel uit Luik, unieke koorboeken en middeleeuwse manuscripten uit Amsterdam, Leiden en Den Haag, en een tresoor: een zestiende-eeuwse kast waarvan maar één exemplaar in Nederland bekend is. Expositie en rondgang in de kerk gaan harmonisch in elkaar over. Zo wordt de bezoeker geleid langs de eeuwenoude koorbanken met daarop allerlei houtsnijwerken.

Veel informatie over het kapittel bevatten de obituaria van de kanunniken, de overlijdensregisters, waarvan een enkele is tentoongesteld. Begin twintigste eeuw gaf de Grote Kerk van Breda een van haar vele geheimen prijs: onder de witkalk van de noordwand bleek een muurschildering verscholen. Het betreft een uitbeelding van Gabriëls boodschap aan Maria, namelijk dat zij zwanger zal worden door de Heilige Geest, in roomse kringen aangeduid als de ”onbevlekte ontvangenis”.

Na drie restauraties in de vorige eeuw is de schildering gered en behoort zij nu tot de pronkstukken van de kerk. Op de schildering is te zien hoe de aartsengel, in rode mantel en met vleugels, Maria groet. Direct linksboven Maria’s hoofd, rechts van de middelste pilaar, is God afgebeeld. In de stralenkrans die uitgaat van God is Jezus met het kruis te zien en de duif die de Heilige Geest symboliseert. Dit is het moment van de onbevlekte ontvangenis van Maria.

Hostie
Typisch rooms-katholiek is de hostie, het brood van het avondmaal dat volgens de kerk in het lichaam van Christus wordt veranderd door het uitspreken van de instellingswoorden van Jezus bij het laatste avondmaal. Kerkzilver is te zien in de vorm van een ciborie (kelk met een deksel) en een monstrans, een hoge houder waarin de hostie en de wijn opgeheven en bewaard werden.

Veel bekijks trok in het verleden de miraculeuze hostie van Niervaart (nu Klundert). Rond 1300 werd daar in de grond een hostie gevonden, die spoedig daarna vereerd werd in de plaatselijke parochiekerk tijdens het sacrament van mirakel. In 1449 werd deze hostie overgebracht naar de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Breda. Tot 1566 trok dit sacrament vele bedevaartgangers. Ook vond ter gelegenheid van dit verhaal de opvoering van het ”Mirakelspel van der Nievaart” plaats, zelfs in 1937 en 1949 nog in de openlucht op de Grote Markt.

De schildering van ”Het kwade en het goede gebed” draagt overduidelijk de sporen van de beeldenstorm. Indrukwekkend is ook een immense muurschildering van Christoforus of Christusdrager, naast het grote orgel. De expositie zelf heeft een schilderij van Jeroen Bosch over Christoffel die het Christuskind draagt, een doek uit omstreeks 1496.

Tot de verbeelding spreekt het verhaal van de heilige Lucia, waarvan in de kerk een muurschildering te zien is. Deze jonge vrouw leefde in de stad Syracuse op Sicilië in de tijd van het bewind van de Romeinse keizer Diocletianus. Ze wilde de keizer geen goddelijke eer toebrengen en werd daarom aan allerlei martelingen onderworpen, maar haar belagers konden haar het leven niet benemen. Ten slotte werd ze doorstoken met een zwaard door haar hals.

Het rooms-katholieke verleden mag dan uit de Grote Kerk geweerd zijn, buiten deze kerk liet het rijke roomse leven zich de afgelopen eeuw in alle hevigheid horen. De expositie vermeldt aanplakbiljetten van een Stille Omgang uit 1945 met als oproep: ”Doe mee aan de stille omgang”. Ook duidelijk is het volgende opschrift: ”H. Mis met pontificale assistentie, waarna plechtige processie ’s avonds na 6 uur, op 1937 op de Grote Markt.” Ja, dát rijke roomse leven is nu voorbij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer