Pover protest tegen pedopartij
DEN HAAG - Twee dames op de trappen voor het Haagse paleis van justitie zijn het roerend met elkaar eens. De een komt helemaal uit het oosten van Nederland, de ander woont dichterbij. Maar een partij voor pedofielen? „Het is van de gekke dat dit normaal wordt gevonden.” Klinkt het protest buiten luid en duidelijk, in de rechtszaal zelf is het verweer aanmerkelijk zwakker.
In een kort geding vraagt de Stichting Soelaas bij monde van advocaat mr. J. E. de Wijn om een verbod van de politieke partij Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit (PNVD). Vlak voor de zitting komt er nog een nieuwe eis bij: aanhangers van de pedopartij mogen zich niet als slachtoffer van een holocaust profileren door het dragen van een zogeheten pedoster.De eerste winst heeft de PNVD al snel binnen. De rechter steunt het bezwaar van PNVD-advocaat mr. G. P. Hamer dat deze eis niet direct met de partij zelf te maken heeft en bovendien te laat is gesteld. De kwestie van de pedoster zal de rechter dan ook niet bij zijn uitspraak betrekken.
Een ster dragen de drie aanwezige bestuursleden -onder wie oprichter A. van den Berg- van de PNVD deze middag ook niet, wel een grote gele smileybutton: eentje met een lachend gezichtje erop en het opschrift ”kindervriend”.
Advocaat De Wijn mag als eerste uitleggen waarom Stichting Soelaas pleit voor een verbod op de partij. Ze start een emotioneel getint betoog. „Nu weten we helemaal zeker dat we kinderen niet meer alleen moeten waarschuwen voor enge vieze mannetjes en vrouwtjes. De wens om seks met kinderen te hebben wordt nu gebracht als onderwerp van regelgeving binnen een parlementaire democratie.”
Dan krijgt de tegenpartij het woord. In een lang en juridisch betoog wast de raadsman van de PNVD zijn collega flink de oren. „De idealen van de partij kunnen inderdaad als schokkend worden ervaren. De vraag is echter of vanwege de schokkendheid van standpunten een partij kan worden verboden. De afbeeldingen van Jezus in de film ”The Passion of the Christ” waren voor sommige leden van de samenleving ook schokkend. Toch is de film niet verboden.”
Alles haalt Hamer uit de kast om de vloer aan te vegen met de argumenten van de tegenpartij. Van het Clara Wichmann Instituut, dat de staat dagvaardde om het vrouwenstandpunt van de SGP, tot de Vereniging van Juristen voor de Vrede, die in 2004 eisten dat Nederland Amerika niet zou steunen bij militaire acties. Uiteindelijk geeft Hamer zijn collega een mokerslag: „Iedereen mag eindeloos demonstreren, maar mensen hebben het recht te shockeren. Vrijheid van meningsuiting is in Nederland een groot goed.”
Advocaat De Wijn van Stichting Soelaas moet even later de rechter toegeven dat het hebben van omstreden ideeën niet strafbaar is. De advocaat schenkt nu klare wijn: „We zijn ons ervan bewust niet duidelijk te zijn in dit juridisch dispuut. We vragen alleen aandacht voor de bescherming van een minderheidsgroep, in dit geval de kinderen.”
De emoties lopen tijdens de zitting hoog op. Tegenstanders proberen na afloop tevergeefs in discussie te gaan met de drie PNVD-bestuursleden. Buiten demonstreert nog altijd een handjevol actievoerders. Een aantal agenten houdt een oogje in het zeil. Twee bouwvakkers komen een kijkje nemen. Ook zij zijn verontwaardigd over de oprichting van een pedofielenpartij. „Die lui zijn gestoord. Het gaat in Nederland van kwaad tot erger.”