Onderdak voor zes eeuwen geschiedenis
KAMPEREILAND - Zes eeuwen geschiedenis pakken zich samen onder de rieten kap van museumboerderij Erf 29 in Kampereiland. In 1442 was Jan Berendsz de eerste bewoner. De familie Van Dijk was in 2001 de laatste boer. Kampereiland krijgt met de opening vanmiddag van de hoeve een cultuurhistorisch monument van bijzondere betekenis.
Het is warm achter Erf 29, zoals de benaming luidt voor de museumboerderij. De zon schijnt meedogenloos op de mannen die bezig zijn met de constructie van een authentieke hooiberg. Eén staat er al, een exemplaar uit de jaren dertig met een ijzeren constructie. Diens voorganger, een houten, steunend op zes palen, wordt nog nagebouwd.Zo warm als het buiten is, zo aangenaam is het binnen. Van het voorhuis zijn de luiken gesloten en dat merk je binnen. Het is er koel en donker. Spotlights beschijnen het interieur, dat bestaat uit authentieke meubels van Kampereilander boerderijen. In de kamer staat een 18e-eeuws kabinet, afkomstig van een naburige hoeve. Ernaast een 19e-eeuwse kuifkast. Zwier Stoel, voorzitter van de Stichting Museumboerderij Kampereiland legt uit: „Beide werden gebruikt om kleding en linnen in op te slaan. Ze komen uit verschillende perioden, maar dat geeft niet. Op veel boerderijen stonden kasten van uiteenlopende stijlen bijeen. Dat maakte toen niet zo veel uit.”
Onder het voorhuis was een kelder, waarin zuivelproducten werden bewaard. „Kijk eens naar die traptreden.” Stoel wijst naar de stenen trap die toegang biedt tot de onderverdieping. „In het midden is die helemaal afgesleten. In de kelder werd onder meer boter bewaard, omdat het daar koel is. Die trap is ontelbare keren belopen.”
De geschiedenis van de boerderij aan de Heultjesweg 31 op Kampereiland staat symbool voor de ontwikkeling van de agrarische activiteiten in het gebied. De stad Kampen kreeg het eiland in de 1364 eeuw cadeau van Jan van Arkel, bisschop van Utrecht. Kort daarna startte de ontwikkeling van het gebied. In 1432 kwam de eerste boerderij er. Op de terp waar nu de museumboerderij staat, kwam in 1444 een hoeve. Stoel weet na wat uitzoekwerk intussen dat er sindsdien 62 pachters hebben gewoond.
De eigendomssituatie op Kampereiland is uniek voor Nederland. De landerijen zijn tot op de dag van vandaag eigendom van de gemeente. Alleen de boerderijen zelf zijn particulier bezit. Pachters betalen een vergoeding aan de gemeente voor het gebruik van de grond. Stoel: „De museumboerderij is sinds 2001 eigendom van de gemeente. Daardoor zijn we in staat te tonen hoe het leven er in dit gebied vroeger aan toeging.”
De monumentale hoeve is van het Saksische hallentype en dateert uit het begin van de 18e eeuw. Stoel: „Kenmerkend voor dit type boerderij is de centrale middenbeuk, met daarnaast zijbeuken. Het bijzondere aan Kampereilander boerderijen is dat ze laag zijn. Daardoor waren ze beter bestand tegen de stormen die opkwamen vanaf de Zuiderzee. Bovendien werd het hooi niet bewaard op een zolder in de stal, maar op hooibergen buiten.”
Binnen in de hoeve wordt vanaf 19 augustus, als de boerderij opengaat voor het publiek, getoond hoe een zuivelboerderij eruit zag rond 1900. „De verwerking van melkproducten vond toen nog plaats op de hoeve. Er werd boter en kaas gemaakt. We hebben in de schuur een originele paardenkarn staan. Een paard liep daarin rondjes, waardoor de melk gekarnd werd in de ton. Het verhaal gaat dat een goed paard aanvoelde wanneer de melk goed was en dan vanzelf stopte.”
De opening van vanmiddag komt voor Stoel op een vroeg moment. „Ik ben al sinds begin jaren ’90 bezig met de museumboerderij. Nu op het laatste moment gaat het allemaal erg snel. De gemeente wil de opening voor de vakantie hebben. Daarom is vandaag de officiële bijeenkomst, al is nog niet alles af. Op 19 augustus gaan we echt open en dan is er een groot oogstfeest. Dat organiseerden we al langer, maar nu pas echt op een locatie die past bij de historische achtergrond. Ik verheug me er al op.”