Achttien jaar cel in Goudse moordzaak
DEN HAAG - De rechtbank in Den Haag heeft dinsdag de 31-jarige Gouwenaar P. van S. veroordeeld tot achttien jaar celstraf wegens het verkrachten en doden van de Goudse studente Mariëlla de Geus. Twee weken geleden werd twintig jaar geëist.
De rechtbank hecht volgens persrechter Elkerbout geen enkel geloof aan de verklaring van Van S. dat de jonge vrouw in november 2001 vrijwillig seks met hem had.Mariëlla werd in de nacht van 4 november 2001 bij parkeerterrein De Potterspoort verkracht en vervolgens gewurgd en hard geslagen, waardoor ze overleed.
Van S. werd pas in juli vorig jaar als verdachte aangehouden. Hij is de tweede verdachte in de zaak-Mariëlla de Geus. De eerste verdachte, een zwakbegaafde man uit Gouda, werd veroordeeld, maar in hoogste instantie vrijgesproken. Van S. was wel al eerder bij de politie in beeld, maar hij weigerde toen mee te werken aan DNA-onderzoek. Na zijn aanhouding vorig jaar is wel erfelijk materiaal afgenomen en dat bleek hetzelfde te zijn als sporen die op het lichaam van het slachtoffer waren gevonden.
Dat Mariëlla vrijwillig seks met Van S. heeft gehad, veegt de rechtbank van tafel omdat „het slachtoffer niet in was voor vluchtige seksuele contacten.” Vastgesteld is volgens de rechter dat verdachte en slachtoffer elkaar niet kenden. „De onbeschermde seksuele gemeenschap vond bovendien plaats in de koude buitenlucht op een hondenuitlaatplek vlak bij de woning van het slachtoffer. Ook de sporen van geweld die op het slachtoffer zijn aangetroffen en overige forensische bevindingen duiden op een verkrachting”, meldt de persrechter.
De rechter zei er dinsdag zwaar aan te hechten dat de verdachte door zijn stilzwijgen de nabestaanden van Mariëlla jarenlang in onzekerheid heeft gehouden. En tevens dat door zijn zwijgen een ander jaren onschuldig vastzat.
In zijn vonnis wees de rechter ook het rechercheteam terecht. Dit had de verdachte bewust valse informatie gegeven om hem tot een andere verklaring te brengen dan die hij wilde afleggen.
De rechter achtte deze handelswijze dinsdag zeer laakbaar. Toch heeft de kritiek geen juridische gevolgen, omdat de verdachte door de verkeerde informatie nooit tot een andere verklaring is gekomen. Van S. heeft altijd ontkend de studente te hebben gedood.
Volgens de rechters is het niet geloofwaardig dat op de bewuste avond een onbekende man plotseling kwam aanlopen die de verdachte buiten westen schopte en vervolgens Mariëlla doodde, zoals Van S. beweert. Bij het sporenonderzoek heeft de politie geen enkele aanwijzing gevonden voor de aanwezigheid van een derde persoon of van een worsteling. Bovendien bleek tijdens een reconstructie van de gebeurtenissen de verklaring van Van S. op essentiële punten niet te kloppen.