Opinie

Meten versus weten

In Kind en adolescent (jaargang 5 nr. 1) staat een kritische beschouwing van Peter Dijkshoorn over gegevensverzamelingen in de geestelijke gezondheidszorg: „We gaan met een vraaggerichte en prestatiegerichte bekostigingssystematiek de catering achterna.”

28 June 2006 09:19Gewijzigd op 14 November 2020 03:53

Fatsoenlijke verantwoording in de psychiatrie is op haar plaats. Het werd ook wel tijd om verantwoording af te leggen, want de werksoort van de geestelijke gezondheidszorg is erg ondoorzichtig en er gaat veel belastinggeld in om. Nu zijn, net als in de rest van de gezondheidszorg, diagnose-behandelcombinaties ingevoerd.Aan dit nieuwe systeem van vergoeding is gekoppeld dat hulpverleners hun handelingen gaan scoren. Alle activiteiten worden geregistreerd. Elke dag en het hele jaar: cliëntcontacten, vergadertijd, overleg over een cliënt op de gang, telefonisch overleg over een cliënt, alles. De techniek levert de apparatuur. Maar wel zal elk telefoontje even zelf verwerkt moeten worden en het gesprekje op de gang ook. Helemaal geen werk, zo vindt men, alleen even de patiënt in het systeem opzoeken en een druk op de knop. Maar als nu alle hulpverleners allemaal slechts twee keer per dag alleen maar even die druk op de knop doen, is dat een minuut per dag en 50.000 uur per jaar. Daarmee kunnen 2500 mensen van wachtlijsten afgehaald worden, aldus Peter Dijkshoorn.

Meten is weten. Maar is meer meten ook meer weten? Velen twijfelen aan het nut van de verplichting om alles wat zij doen tot in de puntjes te registreren. Zelfs met de slimste ict-oplossingen kost het gekozen systeem van registreren veel te veel tijd. De auteur vraagt zich af of in de gezondheidszorg wel de juiste gegevens geregistreerd worden. Meer meten is niet altijd meer weten.

In Bulletin Onderwijs & Inspiratie (jaargang 32 nr. 5) staat dezelfde kwestie centraal, maar nu op het terrein van het onderwijs. Al metend proberen we aan de weet te komen wat eigenlijk de toegevoegde waarde van de school is aan de ontwikkeling van de leerling. De overheid en de burgers willen waar voor hun geld als het gaat om de resultaten van het onderwijs. Maar worden we er werkelijk wijzer van? Is meten wel weten? In dit themanummer van het bulletin is de vraag aan veel deskundigen voorgelegd en de resultaten zijn verrassend. Een medewerker van het toetsinstituut Cito stelt: „Hoeveel je ook meet, een toets vertelt maar een deel van het verhaal.”

De hoogleraar culturele economie Arjo Klamer heeft de ervaring dat voor Amerikaanse universiteiten de reputatie veel belangrijker is dan de kwaliteitscijfers. Hij geeft dan ook het advies: meet met mate en houd oren en ogen open. De meetbaarheid der dingen blijft beperkt. Ondanks alle inspanningen. Daarbij komt dat de activiteit van meten de situatie beïnvloedt. Die invloed kan echter averechtse effecten hebben. In Nederland zijn we, naar zijn mening, gevangen in een managementcultuur. Dus ligt de nadruk op objectieve metingen. Deze cultuur dreigt het vermogen om kwaliteit op haar waarde te beoordelen, te ondermijnen.

Maar Marjan Agerbeek, bekend van de Trouwpublicatie Schoolcijfers, vindt dat ouders zich nog veel meer door die cijfers zouden moeten laten leiden voordat ze een keuze maken voor hun kind.

Aat Sliedrecht sprak met de directeur van het Edison College in Apeldoorn en die stelt: Natuurlijk moet je meten, maar je moet ook oppassen dat je mensen niet demotiveert en verzeild raakt in een cijferfetisjisme. Als school beschik je over examenresultaten, gebruik je de kwaliteitskaart van de inspectie, heb je doorstroomcijfers en dergelijke. Maar er is meer. Het is de vraag hoe je moeilijk meetbare zaken kunt objectiveren. Als je alleen maar kijkt naar de meetbaarheid van resultaten ga je snel voorbij aan alles wat er gebeurt en evenzeer van waarde is, zoals houding en gedrag. Met cijfers moet je voorzichtig en bescheiden omgaan.

Er bestaat een verschil tussen de wereld van de beleidsmakers en de praktijk van het onderwijs. Bij beleidsmakers gaat het vaak over resultaten en de beheersing van veranderingsprocessen op grote afstand. Er heerst in de politiek de overtuiging dat we te veel moeten gissen, dat we te weinig weten over kwaliteit van het onderwijs. Graag meer harde cijfers. Op school gaat het erom dat de praktijk in beweging komt en daadwerkelijk verandert. Cijfers zijn daarbij momentopnamen.

De groeiende hang naar objectieve meetbaarheid lijkt evenwel onstuitbaar. In theorie onderschrijft ieder een meer holistische visie op het onderwijs. Rekenmeesters en statistici moeten zekerheid bieden nu scholen in principe meer ruimte zouden moeten krijgen voor een eigen inrichting van het onderwijs. In de praktijk kraakt en piept het onderwijs onder de druk van de objectivisten. Nuchterheid lijkt geboden: het cijfermatig vastleggen van de werkelijkheid levert meestal weinig echte zekerheid op en dooft het onderwijskundig en pedagogisch vakmanschap.

Het wordt tijd voor een nieuwe balans in het besef dat meten slechts beperkt weten is en dat meer meten lang niet altijd tot meer weten leidt.

Drs. M. Burggraaf, voormalig voorzitter van het college van bestuur van de Christelijke Hogeschool Ede

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer