Kerk & religie

„Dit is een ergerlijke vorm van censuur”

AMSTERDAM - „Een onterechte en ergerlijke vorm van censuur.” CIDI-directeur Ronny Naftaniel reageert fel op de druk van de Utrechtse rector W. H. Gispen op de Utrechtse hoogleraar P. W. van der Horst. Deze moest vorige week passages in zijn afscheidsrede over het antisemitisme in de islamitische wereld schrappen.

Kerkredactie
23 June 2006 20:24Gewijzigd op 14 November 2020 03:52

De affaire was voor het CIDI reden om in De Balie te Amsterdam vrijdag een debat over het antisemitisme in de Arabische wereld te organiseren. In een propvolle zaal in het cultureel centrum bij het Leidseplein gingen opinieleiders in debat over de recente commotie rondom prof. Van der Horst.In de islamitische wereld bestaat op grote schaal een hysterische vorm van antisemitisme. Dat wilde prof. Van der Horst in zijn rede zeggen. De rector van de Universiteit Utrecht sommeerde hem deze passages niet uit te spreken en niet te publiceren. Anders zou de rector maatregelen nemen.

Naftaniel zegt dat dit besluit is ingegeven door misplaatste vooroordelen. „Censuur is pas op z’n plaats als opzettelijk wordt aangezet tot haat en belediging van een bevolkingsgroep. Dat is hier niet het geval. Als er protest komt, dan komt dat niet van moslims, maar van autochtone Nederlanders.”

Prof. Van der Horst vertelt uitvoerig hoe het hem de afgelopen dagen vergaan is. Niks collegiale sfeer tijdens het onderhoud met collega-wetenschappers, zoals Bas de Gaay Fortmann deze week in Nova beweert. „Ik ben onder zware psychische druk gezet om de passage over de islam weg te laten.”

Prof. Van der Horst is verbijsterd over de mate waarin de Jodenhaat een plaats heeft gekregen in de Arabische wereld. Tijdens zijn vele reizen in het Midden-Oosten kwam hij bijvoorbeeld verschillende malen Hitlers ”Mein Kampf” tegen.

Hij trekt een vergelijking met de christelijke kerk. „Ook in het Nieuwe Testament wordt een relatie tussen Joden en de duivel gelegd, een relatie die een vreselijke Wirkungsgeschichte heeft gehad. Maar wat zie je: de afgelopen zestig jaar worden deze teksten in de meeste kerken geneutraliseerd. Gelukkig zie ik in de islam het vermogen om zo ook met haatdragende passages in de Koran om te gaan.”

De Leidse rechtsfilosoof Paul Cliteur vindt dat in deze kwestie de academische vrijheid in het geding is. „De nieuwe gevoeligheid voor religiekritiek neemt bedenkelijke vormen aan. Academische vrijheid behoort tot de vrijheid van meningsuiting. Gispen heeft niet alleen maar onhandig gehandeld, hij had op geen enkele wijze mogen interveniëren. Wetenschappelijke waarheid is niet het resultaat van democratische stemmingsprocedure.”

Cliteur zegt vervolgens „iets onwetenschappelijks”: „Ik denk dat de Utrechtse bestuurders de inhoud van de rede niet beviel, en dat zij dit niet knarsetandend wilden aanhoren.”

De arabist Hans Jansen (niet te verwarren met Hans Hansen die recent een standaardwerk over de islamisering van het antisemitisme publiceerde) hecht veel waarde aan een open discussie. „Moslims zeggen zelf dat er genoeg fanatici onder moslims rondlopen, maar de blanke elite stelt dat kritiek op gevestigde godsdienst racisme is. Als dat zo is, gaat de verlichting uit.”

Cliteur vindt dat de grenzen om onbevangen te discussieren over goede en kwade kanten van godsdienst in hoog tempo verdwenen is. „Maar ik kan hierover al bijna niet meer verbaasd zijn, er zijn meer voorbeelden.”

De heibel over de cartoons van Mohammed? Cliteur: „Ik vind dat iets anders dan antisemitisme. Je mag best een cartoon over Mohammed, Christus of over míjn heilige figuur, Schopenhauer, maken. Dat moet kunnen.”

Frank William, directeur van de Nederlandse Moslim Omroep, verwijst naar de vele cartoons over Joden in de Arabische wereld. „De Jodenvervolging is begonnen met cartoons. Als je van tevoren weet een kleine minderheid te schofferen, dan moet je dat nalaten. Dat is beschaafd.”

Naftaniel reageert: „Dus is er sprake van angst?” William: „Nee, van respect! Ik heb geen problemen met de cartoons, maar er is wel degelijk een groepering die zich beledigd voelt. Als je dat van tevoren weet, moet je dat niet doen.”

Van der Horst: „Als je weet dat er in Nederland ruim 10 procent van de moslims geradicaliseerd is, dan praat je over 100.000 mensen met anti-Joodse opvattingen. Dat is toch geen verwaarloosbaar probleem?”

Een deelnemer actualiseert de kwestie op een andere manier: „De moord op Theo van Gogh werkt door tot vandaag. We spreken over censuur in de academische wereld, maar sinds deze moord is er ook censuur in de journalistiek gekomen.”

Prof. Arnold Heertje: „Censuur in de academische wereld bestaat veel langer. Mensen uit de wetenschap hebben moeite dingen bij de naam te noemen en fenomenen bloot te leggen. Er heerst grote angst onder hen om zich aan koud water te branden. De universiteit is er voor het debat en de discussie. Het debat is verkwanseld voor een markpositie. Dát is in het geding.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer