RefoAnders kan geen alternatief voor gehuwden zijn
Stichting RefoAnders beoogt het taboe op homoseksualiteit in reformatorische kerken te doorbreken. Een prima initiatief, vindt Femmie van Reijn-van Santen, maar taboe voor gehuwde mensen: zij hebben hun keus reeds gemaakt.
In het artikel ”Een vriendschap als van David en Jonathan” (RD 16-06) wordt gepleit voor meer openheid over homoseksualiteit binnen de reformatorische kerken. Het heeft mij zodanig aan het denken gezet dat ik het niet kan laten hierop te reageren.Laat ik vooropstellen dat openheid over een dergelijk onderwerp, ook binnen de kerken, van buitengewoon belang is. Door de taboesfeer hieromtrent te doorbreken, voorkom je dat mensen, vooral jongeren die met hun seksuele identiteit worstelen, in een isolement raken en hun heil elders gaan zoeken. Ook als christen kun je er nu eenmaal niet omheen dat er broeders en zusters zijn die hiermee geconfronteerd worden, en die niet gediend zijn met een kerkelijke struisvogelmentaliteit. Alle begrip dus voor het oprichten van een stichting als RefoAnders, waar ruimte is voor ontmoeting, begrip en gesprek.
Gehuwden
Wat mij echter in dit hele verhaal bezighoudt, zijn de gehuwden. Deze vormen een aparte categorie, voor wie andere normen zouden moeten gelden dan voor ongehuwden. Maar daar wordt eigenlijk nooit over gerept.
De afgelopen jaren zijn er over dit onderwerp in de (christelijke) media verschillende artikelen gepubliceerd. Er zijn programma’s gemaakt over het onderwerp, maar opvallend genoeg bijna allemaal vanuit het perspectief van de man, met meestal een begripvolle vrouw ergens op de achtergrond. Na zelf twaalf jaar getrouwd te zijn geweest met een man met homofiele gevoelens -waarop ons huwelijk uiteindelijk ook gestrand is- zou ik nu eindelijk die vrouwen zélf wel eens willen horen.
Want het zal je maar gebeuren. Je bent al een aantal jaren getrouwd met een aardige man, hebt samen een aantal kinderen, gaat samen naar de kerk, je hebt het eigenlijk best fijn samen. Maar dan opeens vertrouwt hij je toe al een hele tijd gevoelens voor mannen te hebben, en dat het hoge woord er nu maar eens uit moet. Ga dat maar even verwerken. Je voelt je verraden. Je voelt je bekocht. Je voelt je diep gekwetst.
Bij het onderwerp homofilie kun je twisten over de term ”geaardheid”. Maar in het geval van een huwelijk meen ik dat er slechts gesproken kan worden over ”keus”. Als iemand trouwt en kinderen krijgt, heeft hij een duidelijke keuze gemaakt en zijn belofte van trouw gegeven. Dat geldt voor man én vrouw.
Iedereen kan gedurende het huwelijk ten prooi vallen aan gevoelens voor een ander. Iedereen kan in situaties van verleiding terechtkomen, ook een christen. Maar dan geldt steeds de keuze die je hebt gemaakt, de trouw die je hebt beloofd. Voor iemand die zich christen noemt, is die keuze van extra grote betekenis.
Loodzware last
De vraag is dan: moet je elkaar lastigvallen met die gevoelens en situaties van verleidingen? Het antwoord daarop moet luid en duidelijk ontkennend zijn. Er zou ten onrechte een sfeer van wantrouwen ontstaan, terwijl dat niet nodig is. We kunnen toch niet aannemen dat wanneer iemand een bekentenis doet zoals boven omschreven, hij zijn vrouw en kinderen daarmee een dienst bewijst? Integendeel, terwijl hij zichzelf bevrijd voelt, heeft hij zijn gezin met een loodzware last opgezadeld.
Voor zijn vrouw zal de relatie nooit meer de onbevangenheid van weleer hebben; altijd zal zij de omgang van haar man met andere mannen, ongewild, met achterdocht en onrust gadeslaan. In de lichamelijke omgang zal zij zich minder vrouw voelen, wetend dat zijn begeerte ten diepste naar een anders geschapen lichaam uitgaat.
Het je aansluiten bij een club voor gelijkgestemden binnen je kerk werkt in zo’n geval alleen maar stimulerend. En het getuigt van een verregaande naïviteit te veronderstellen dat de ontmoetingen daar geen voedsel zullen bieden aan homofiele gevoelens.
Ik voel mij nog steeds gekwetst en verontwaardigd bij het lezen van een dergelijk verhaal, hoewel ik inmiddels alweer jaren gelukkig hertrouwd ben. Maar door de keuze van mijn toenmalige echtgenoot heeft mijn gezin zo veel schade opgelopen, dat ik er alles aan zou willen doen om dat anderen te besparen.
Daarom zou ik jonge christenmannen die worstelen met deze gevoelens willen adviseren vooral niet te vluchten in een huwelijk met een vrouw om wille van de sociale druk. Dat is niet eerlijk. Je mag dit een vrouw, en zeker je toekomstige kinderen, nooit aandoen.
RefoAnders lijkt me een prima initiatief, maar taboe voor gehuwde mensen: zij hebben hun keus reeds gemaakt.
(De auteur is medewerkster van VluchtelingenWerk in een azc.