Economie

Vakantiebaantje: niet alles mag

De examens zijn achter de rug. Duizenden jongeren zijn aan de slag gegaan als vakantiewerkers. Voor veel jongeren heeft vakantiewerk allang niet meer te maken met het spelenderwijs werkervaring opdoen of het leren omgaan met eigen geld. Vaak is er sprake van pure noodzaak. En met de regels wordt het niet zo nauw genomen.

Martien van der Zwan
22 June 2006 10:24Gewijzigd op 14 November 2020 03:52

Het is een gegeven dat jongeren tijdens de zomermaanden massaal werken. Onderzoeken tonen aan dat scholieren en studenten gemiddeld vijf weken werken. Het aantal vakantiewerkers wordt geschat op 500.000 tot 1 miljoen.De jongeren dragen een belangrijk steentje bij aan het op gang houden van de economie tijdens de zomermaanden. Zo draaien bijvoorbeeld sommige agrarische bedrijven in de zomer voor 80 procent op vakantiekrachten. Pure noodzaak dus voor sommige ondernemers.

Maar dit geldt ook voor veel jongeren. In de achterliggende jaren lijkt de financiële behoefte van de jeugd groter te zijn geworden. In dit verband kan worden gedacht aan het mobieltje, maar zeker ook aan de toegenomen studiekosten en andere grote uitgaven.

Vakantiewerkers hebben in hun jeugdig enthousiasme nogal eens moeite met de regels ten aanzien van vakantiewerk. Dat is op zich begrijpelijk. Ze hebben doorgaans maar één doel: snel zo veel mogelijk geld verdienen.

Ook werkgevers gaan niet altijd nauwgezet met de regels om. Te weinig wordt beseft dat vakantiekrachten geen volledige vervanging kunnen vormen van ervaren professionals. De gevolgen van de ongeschoolde werklust laten zich raden.

Rapporten van de Arbeidsinspectie laten zien dat in veel gevallen de regels niet of onvoldoende worden nageleefd. Met name de lijsten van ongevallen met vakantiekrachten geven een treurig beeld, variërend van afgeknelde vingerkootjes tot een elektrocutie na een defect in een bloemenmachine.

De vakorganisatie RMU krijgt regelmatig vragen over wat vakantiewerkers wel en niet mogen doen. Met name de leeftijd van de vakantiewerker is belangrijk voor de beantwoording van deze vraag. Uitgangspunt is dat jongeren tot 16 jaar geen arbeid mogen verrichten. Voor vakantiewerk is er een uitzondering op dit arbeidsverbod gemaakt. Het verbod op arbeid blijft echter gelden voor alle soorten van industriële arbeid.

Kinderen van 12 jaar mogen niet werken. Wel mogen ze deelnemen aan bijvoorbeeld muziekuitvoeringen en modeshows, mits daarvoor een ontheffing is verleend door de Arbeidsinspectie.

Jongeren van 13 en 14 jaar mogen alleen lichte niet-industriële hulpwerkzaamheden verrichten, bijvoorbeeld vakken vullen, helpen bij inpakken en vloeren vegen. Dergelijke werkzaamheden mogen vier weken per jaar worden verricht, waarvan hoogstens drie weken aaneengesloten. Daarbij geldt verder dat er niet meer dan 7 uur per dag mag worden gewerkt en dat de werkweek maximaal 35 uur bedraagt.

Vijftienjarigen mogen per jaar maximaal zes weken licht werk verrichten, waarvan hoogstens vier weken aaneengesloten, maar nooit langer dan 8 uur per dag en 40 uur per week. Het gaat, evenals bij jongeren van 13 en 14 jaar, om lichte niet-industriële werkzaamheden. Hierbij kan gedacht worden aan werkzaamheden in een winkel en in de horeca en lichte werkzaamheden in de landbouw, zoals het verzorgen van kleine dieren, het plukken van fruit en bollen pellen.

Ook mogen jongeren van 15 jaar en ouder ochtendkranten bezorgen, maar dan moet er een bezorgovereenkomst worden gesloten tussen werkgever en de jongere, medeondertekend door de ouders of verzorgers. Werken als caissière, het werk aan de lopende band en het in- en uitladen van vrachtauto’s zijn niet toegestaan.

De werkzaamheden mogen verder niet te zwaar zijn, geen gevaar opleveren en niet schadelijk zijn voor de gezondheid. Dat betekent concreet dat werkzaamheden niet mogen plaatsvinden in een omgeving waar gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen of in de buurt van gevaarlijke machines.

Jongeren van 16 en 17 jaar mogen veel werkzaamheden verrichten. Enkele werkzaamheden zijn uitgezonderd die vanwege hun aard of door de omstandigheden waaronder ze worden verricht schadelijk zijn voor de lichamelijke en geestelijk gezondheid. Voorbeelden van deze werkzaamheden zijn: werken met schadelijke (chemische stoffen), werken op plaatsen met veel lawaai en werken in gesloten ruimtes.

Toegegeven: het is allemaal behoorlijk gedetailleerd en het komt op het eerste gezicht wellicht betuttelend over. Toch zijn de regels er niet voor niets; ter bescherming van de vakantiekracht. Bovendien zijn er ook regels die positief uitpakken, zoals bepalingen over pauzes en het minimumloon. Elk nadeel heeft zo z’n voordeel.

De auteur is werkzaam bij de RMU als manager communicatie & pr

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer