Ziek
Het is een allerongelukkigste toestand om in het midden van een wereld te zijn die in het boze ligt. Het gezicht is al genoeg om iemand vrees aan te jagen. Hoezeer zondaren er zich in behagen, toch kon iemand die in een leeuwenkuil was niet meer begeren om eruit verlost te worden, dan Gods uitverkorenen om uit de wereld te komen. Die ligt immers in het boze, zo zien zij als eenmaal de Geest hun ogen geopend heeft.
Er is niets zuiver in de wereld om hen heen. Heb met niets te doen dat toebehoort aan de wereldling, met al het zijne. Er zijn wel zielen met redelijke vermogens onder hen, maar ze zijn allen verontreinigd en walgelijk voor God. Er is geen geestelijke schoonheid of gelijkenis Gods onder hen. Er zijn werken onder hen die zij goed noemen, maar ze zijn allen onrein en walgelijk voor God. Er zijn gebeden en lofzeggingen onder hen, doch die zijn slechts gelijk het openen van een onrijp graf.Er zijn onder hen schone beloften, maar zij zijn slechts een afschuwelijk bedrog. Hoe weinig zij ook de medicijnmeester van de ziel nodig hebben, ze zijn allen ziek. Als zondaren wier zonden niet vergeven zijn, zijn ze dodelijk ziek. De meeste kennen hun ziekte echter niet.
Thomas Boston, predikant in Schotland (”De gemeenschap der heiligen”, 1775)