Wel problemen, maar geen spijt
UTRECHT - Breed maten de media maandag haar conclusie uit. Bijna 20 procent van de vrouwen die na prenatale diagnostiek besluiten tot zwangerschapsafbreking heeft anderhalf jaar daarna nog psychische problemen. De aandacht voor haar studie heeft onderzoekster M. Korenromp, werkzaam bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht, niet verbaasd. „Ouders voelen zich verantwoordelijk voor het welzijn van hun kind.”
Bijna al de aanstaande ouderparen op wie het onderzoek van Korenromp zich richtte, gaven aan de zwangerschap te hebben gewenst. Haar onderzoeksgroep is daarmee een bijzondere: ouders die de zwangerschap hoewel gewenst toch afbraken, omdat onderzoek uitwees dat het verwachte kind een aandoening heeft.Korenromp weet wat het horen van die boodschap met aanstaande ouders doet. Tussen 1980 en 1998 maakte ze echo’s bij vrouwen die een verhoogd risico hadden op een kind met een open ruggetje. In de eerste fase van haar promotieonderzoek sprak ze met 129 aanstaande vaders en moeders die worstelden met het wel of niet laten afbreken van de zwangerschap van een kind met een aangeboren afwijking.
„Vooral vrouwen hebben het er moeilijk mee”, zegt Korenromp. „Meer nog dan mannen hebben zij een soort oergevoel: Dit kind moet ik beschermen, daar mag niemand aankomen. Kies je voor een abortus, dan gebeurt dat toch.”
In de tweede fase van haar onderzoek volgde Korenromp 217 vrouwen en 169 mannen die op basis van prenatale diagnostiek voor het beëindigen van de zwangerschap hadden gekozen. Vier, acht en vijftien maanden na de ingreep kregen ze een vragenlijst voorgelegd, waarmee Korenromp kon vaststellen in welke mate zij kampten met symptomen van posttraumatische stress, depressiviteit en rouw. Haar derde onderzoeksgroep, 196 vrouwen en 151 mannen, blikte na twee tot zeven jaar op de ingreep terug.
„Toen ik mijn studie afsloot, was één vermoeden dat ik aan de gesprekken overhield definitief bevestigd: dat een zwangerschapsafbreking bij een gewenst kind met een aandoening zeer ingrijpend is. Ook na twee tot zeven jaar is bij 20 procent van de vrouwen nog sprake van symptomen van posttraumatische stress. Ze vertonen vermijdingsgedrag, gaan bijvoorbeeld niet makkelijk op kraamvisite en beleven in hun dromen de hele periode opnieuw. Van de mannen heeft 10 procent twee na zeven jaar nog last van depressiviteitssymptomen. Ze zijn snel bezorgd, reageren paniekerig of slapen slecht.”
Slechts 1 tot 3 procent van de onderzochte ouderparen geeft achteraf aan spijt te hebben van de ingreep. Korenromp: „Dat is voor mij een bevestiging dat ze er van tevoren goed over hebben nagedacht.”
Is het percentage dat nadien met problemen kampt desondanks niet zorgelijk?
„Die aantallen laten in de eerste plaats zien hoe ingrijpend dit voor mannen en vrouwen is. Het onderzoek maakt daarnaast inzichtelijk wie de grootste risico’s lopen. Dat betreft vooral de vrouwen bij wie al in de eerste maanden na de zwangerschapsafbreking problemen zichtbaar zijn, de vrouwen die weinig steun van hun partner ervaren én de ouderparen die voor het doorhakken van de knoop heel lang in tweestrijd hebben gestaan. Psychologische ondersteuning is voor deze groepen zinnig. Ik hoop dat die aanbeveling in de medische wereld landt.”
Uw onderzoek steunt patiëntenorganisaties zoals de Stichting Downsyndroom in de opvatting dat terughoudendheid bij het aanbieden van prenatale diagnostiek is geboden.
„Uit dit onderzoek kun je dat niet afleiden. Dan zou je ook moeten weten hoe het deze ouderparen was vergaan wanneer ze van zwangerschapsafbreking hadden afgezien.”
Sinds kort moeten artsen en verloskundigen bij élke zwangerschap de mogelijkheid van prenatale screening ter sprake brengen. „Vooral bij jonge vrouwen die tot nu toe vanwege hun leeftijd niet in aanmerking komen voor diagnostiek zal een aandoening bij de foetus daardoor vaker worden opgespoord”, zegt Korenromp over deze maatregel van het kabinet. „Dat is iets om alert op te zijn, want bij vrouwen die jonger zijn, vinden we iets meer verwerkingsproblemen. Toch zie ik ook voordelen aan het besluit.”
Voordelen?
„Voor het verwerkingsproces is het gunstig wanneer de zwangerschap al in een vroeg stadium wordt afgebroken. Als deze maatregel daaraan kan bijdragen, is dat positief.”