Kerk & religie

Boek Openbaring is een hemelse martelaarsliturgie

AMSTERDAM - „Het boek Openbaring is een hemelse martelaarsliturgie die op aarde mag indalen. De kerk is een plaats waar anticiperend Gods recht wordt gevierd. Ze kan een plaats zijn waar beschadigde christenen en niet-christenen erkenning en veiligheid beleven, waar ze iets van hun weggeslagen macht en eer in het geloof kunnen terugontvangen.”

Van een medewerker
16 June 2006 22:28Gewijzigd op 14 November 2020 03:51

Dat stelde dr. H. A. Bakker vrijdag op een studiedag over eschatologie, belegd door het Evangelisch Werkverband en het Center for Evangelical and Reformation Theology (CERT). Bakker ziet de vroegchristelijke martelaarsliteratuur, waartoe hij ook Openbaring rekent, „Geestgedragen eindtijdtaal” gebruiken om hen die moesten sterven en hun nabestaanden te troosten. „Deze taal die de macht van de machteloze in balans wil brengen, is vooral pastorale taal die zich niet leent voor speculatieve eschatologische systeembouw. Vaak ging het bij ”verdrukkingen” om lokale ongeregeldheden. Maar de ziener van Patmos tilt de plaatselijke terreur geestelijk en profetisch op mondiaal niveau. Om zinloos lijden betekenis te geven, dient in de orde van kosmos en wereld, van alles en iedereen gesproken te worden. Ook het kwaad krijgt kosmische proporties. Alles en iedereen komt voor Gods troon en ieder zal de troon van de martelaren zien.”Ook dr. A. W. Zwiep, als nieuwtestamenticus verbonden aan het CERT, verzette zich tegen de opvatting -„die telkens weer als een veelkoppig monster de kop opsteekt” - dat Openbaring met „ijzingwekkende precisie” de toekomst voorspelt. „Je hebt teksten die een feitelijke stand van zaken beschrijven en teksten die zo’n stand van zaken willen veranderen. Het boek Openbaring behoort tot de laatste categorie. Johannes houdt zijn lezers een manier van kijken naar de werkelijkheid voor die hen als het ware uittilt boven hun situatie.”

Zwiep zoekt de leessleutel van Openbaring meer in de analogie tussen toen en nu dan in vervulling en voorspelling. „De niet te stillen honger naar macht, de pogingen om minderheidsgroeperingen uit te rangeren, de macht van het geld en de economie als de allesbepalende factor van het maatschappelijk leven, de zucht naar genot, en vooral ook de vlucht voor lijden en vervolging - het zijn allemaal principes die vandaag de dag nog niets aan actualiteit hebben ingeboet.”

Omdat Bakker en Zwiep het boek Openbaring toch in nauw verband met het martelaarschap brengen, prangt de vraag wat het Bijbelboek christenen in het Westen te zeggen heeft. Een vragensteller probeert de afstand te verkleinen door te stellen dat een conflict tussen het Midden-Oosten en het Westen de situatie morgen al veranderd kan hebben: „Hoe komt de theologie er op de VU dan uit te zien, als u deze zestiende etage bij gebrek aan stroom elke dag met de trap moet zien te bereiken? Als u bij een olielampje tentamens na moet kijken?”

Prof. dr. C. van der Kooi wil niet theologiseren onder de dreiging van wat er zou kunnen gebeuren. „Ik wil theologie bedrijven in de gegeven situatie. Naar mijn inzicht heeft de Openbaring ons dan vooral iets te zeggen over de christelijke hoop. Ons leven heeft zin. En God rust niet voordat Hij met het kwaad klaar is.”

Dr. Bakker meent eveneens dat de persoonlijke toekomstverwachting veel mensen bezighoudt. De kloof tussen de ontstaanssituatie van Openbaring en de huidige omstandigheden komt zijns inziens in een ander licht te staan als de kerk zich meer om haar roeping zou bekommeren. „Het is de taak van de kerk om zich over mensen aan de rand van de samenleving en van het menselijk bestaan te ontfermen, om zich op te werpen voor de zwakken, om zieken te helpen. Dan komt het lijden er anders uit te zien.”

Iemand blijft toch met de vraag zitten wat Openbaring mensen persoonlijk te zeggen heeft als ze niet te lijden hebben aan butsen en breuken. „Wat heeft Openbaring over het goede in de schepping te zeggen?”

Van der Kooi herinnert eraan dat de ”schatten van de volkeren” in het nieuwe Jeruzalem worden binnengedragen. „Dat is iets wat moed geeft voor het gewone leven.”

Zwiep wijst erop dat meerdere van de zeven gemeenten aan het begin van het boek het betrekkelijk goed hebben. „Openbaring dwingt hen om achter de schermen te kijken.”

Bakker reageert dat het goede in het laatste Bijbelboek is meegenomen. „God grijpt handelend in omdat Hij Zijn schepping kostbaar vindt. De vraag is voor ons persoonlijk hoe je het goede in je hand houdt: in een geopende of in een gesloten hand? Wie leeft als iemand die ontvangt, die leeft met zijn hand aan de klink van de deur. Hij of zij kan zo voor de Schepper komen te staan.”

Van der Kooi neemt het -tegen de tendens in de nieuwere theologie- in een lezing over ”Gegronde verwachting” op voor het geloof dat er een werkelijk einde en een nieuw begin van de wereld zal komen. „De tijd en de geschiedenis zijn niet leeg. De tijd heeft een Heer, Die Zijn Geest tot de gemeente heeft uitgezonden. Daarom is de tijd vol. De voortgaande dagen krijgen hun vorm doordat God ons daarin uitnodigt tot een gehoorzame omgang. Midden in de dood zijn wij door het leven omgeven.

De nabijheid van God wekt het gebed op om een uiteindelijke voltooiing. Wie die hoop loslaat, is ontstegen aan het christelijk geloof.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer