„Interesse voor examen godsdienst”
EDE - Ongeveer 40 procent van de protestants-christelijke scholen zal vanaf augustus 2007 godsdienst als examenvak in havo en vwo invoeren. Die schatting maakt adviseur P. Boersma van de Besturenraad voor het protestants-christelijk onderwijs.
Woordvoerder G. J. Meulenbeld van de Nederlandse Katholieke Schoolraad (NKSR) schat dat een kwart tot 30 procent van de rooms-katholieke scholen dezelfde stap zal zetten.Met Concent en VGS, de organisaties van het vrijgemaakt gereformeerd en het reformatorisch onderwijs, en de Christelijke Hogeschool Ede presenteerde de Besturenraad dinsdagmiddag een handreiking voor de invoering van godsdienst/levensbeschouwing als examenvak. De NKSR komt in september met een eigen handreiking. Beide platforms hebben nauw samengewerkt.
Volgens manager drs. L. van Hoorn van de sinds kort bekostigde opleiding voor godsdienstleraar van de CHE is de erkenning van godsdienst als examenvak „een schot in de roos. Na Fortuyn en Van Gogh en door de discussie rond Hirsi Ali staan de samenlevingsvraagstukken op de maatschappelijke agenda in plaats van de economische kwesties. Het gaat om immateriële waarden. Niet het hebben, maar het zijn. Nederland is op zoek naar zingeving.”
Er is sprake van heroriëntatie, zegt Van Hoorn. „Waar moet het heen met dit land? Kandidaat-lijsttrekkers profileren zich met een standpunt over de vrijheid van onderwijs. Onlangs ontmoette ik een „ritueelbegeleider.” Levensbeschouwing, godsdienst, het hangt in de lucht. Daarom heeft het vak godsdienst naast een pedagogische ook een maatschappelijke functie.”
Boersma en Meulenbeld vinden het aantal scholen dat heeft aangekondigd godsdienst tot een examenvak te willen maken, behoorlijk groot, zeker gezien het feit dat daarvoor de nodige inspanningen vereist zijn.
Het meest gehoorde argument is volgens Boersma dat christelijke scholen met de invoering van het nieuwe examenvak aan de samenleving kunnen laten zien dat godsdienst en levensbeschouwing van belang zijn. De nieuwe status van het vak helpt scholen ook om „serieus werk te maken van hun identiteit”, aldus Meulenbeld.
Het overgrote deel van de protestants-christelijke scholen zal godsdienst in het gemeenschappelijk deel van het lesprogramma in de tweede fase aanbieden. Ze kunnen godsdienst ook als keuzevak opnemen in de profielen die leerlingen moeten kiezen. Scholen moeten dan een examenprogramma ontwikkelen, door een theologische faculteit laten toetsen en het vervolgens ter goedkeuring aan de minister van Onderwijs voorleggen.
Scholen die (nog) niet van plan zijn om godsdienst als examenvak aan te bieden, zijn volgens Boersma onder meer bang om weerstand op te roepen. „De samenleving heeft in de afgelopen jaren allergisch gereageerd op religie. Daardoor hebben sommige christelijke scholen de neiging om zich niet te veel te profileren.”
Ook het gebrek aan gekwalificeerde leraren godsdienst en de huiver om het vak in het „formele kader” van het eindexamen te plaatsen, zijn voor scholen redenen om godsdienst geen onderdeel van het examenprogramma te maken, aldus Boersma.