„Huishoudelijk werk straks een taak voor kerken”
BARNEVELD - Op 1 januari wordt vrijwel zeker de WMO van kracht. Bestaande welzijnswetten worden op één hoop geveegd; de uitvoering ervan wordt overgeheveld van het Rijk naar de gemeente. De vraag naar (kerkelijke) vrijwilligers zal stijgen. „Iemand uit onze gemeente weet nu al dat hij straks niet meer in aanmerking komt voor huishoudelijke hulp.”
Wat de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) precies gaat veroorzaken, weet nog niemand. „Er valt nog niets concreets te zeggen, maar wat er straks nog aan hulp wordt geboden zal waarschijnlijk minder zijn dan nu”, zegt Alda Vlot.Ze is een van de vijf coördinatoren van de vrijwilligersorganisatie Draagt Elkanders Lasten. Deze organisatie gaat uit van de gereformeerde gemeente in Barneveld.
De oprichting vond plaats al lang voordat het kabinet zijn plannen over de WMO onthulde. Vlot: „De organisatie is in het leven geroepen op 9 december 1999, op initiatief van de kerkenraad. Daar bleken met enige regelmaat hulpvragen binnen te komen. Bijvoorbeeld van een bejaarde die naar de dokter moest worden gereden, of van een eenzaam gemeentelid dat behoefte had aan contact.”
De hulpvragen die bij Draagt Elkanders Lasten binnenkomen zijn deels afkomstig van mensen die al zorg ontvangen. Andere gemeenteleden laten tijdens het intakegesprek echter weten nog niet elders te hebben aangeklopt. „In dat geval proberen we altijd zorgvuldig te informeren naar de reden”, zegt Arianne Clements, net als Vlot coördinator van de vrijwilligersorganisatie. „We willen voorkomen dat we onze vrijwilligers werk geven dat ook de familie van de hulpvrager had kunnen doen. Vrijwilligerswerk gebeurt altijd in aanvulling op de mantelzorg.”
Om te voorkomen dat de vrijwilligersorganisatie de goedkope evenknie wordt van professionele thuiszorgorganisaties staat in het reglement dat in principe geen huishoudelijke hulp wordt geboden. Vlot: „Alleen in crisissituaties wijken we daarvan af. Het komt voor dat een gezin met drie jonge kinderen en een baby niet voor huishoudelijke hulp wordt geïndiceerd als de moeder door ziekte tijdelijk uitvalt. De redenering is dan: „Er is ook een man die het werk kan doen.”
In dat geval zijn we voor een van tevoren bepaalde periode voor licht huishoudelijk werk beschikbaar. Maar het is niet de bedoeling vrijwilligers een grote schoonmaakbeurt te laten doen.”
De gemeenteleden hebben de vrijwilligersorganisatie inmiddels ontdekt. Clements: „Vorig jaar zijn er ongeveer 140 incidentele hulpvragen binnengekomen. Daarnaast krijgen 37 gemeenteleden een langduriger vorm van gecoördineerd vrijwilligerswerk.” Voor het uitzetten van taken kunnen de coördinatoren een beroep doen op zo’n 110 vrijwilligers. „Het is een heel vaste kern, die zich over het algemeen spontaan heeft aangemeld.”
Wil dat ook zeggen dat de vrijwilligersorganisatie alle hulpvragen die in de gemeente leven inmiddels in beeld heeft? „Nee”, zegt Vlot, „dat kun je zo niet zeggen. Juist bij verborgen leed blijft de drempel om bij ons aan te kloppen naar mijn gevoel heel hoog.”
Het zou wrang zijn wanneer juist de groep voor wie een vrijwilligersorganisatie is bedoeld de weg ernaartoe niet weet te vinden.
Vlot: „Dat klopt, maar dat wil nog niet zeggen dat je dan maar plompverloren moet afstappen op elk gemeentelid of op elk gezin waarvan je vermoedt dat er sprake is van een probleem. In Barneveld is de afspraak dat we dat laten afhangen van het moment waarop de zorgen waarmee een gemeentelid worstelt via de kerkenraad of anderszins bij ons bekend worden gemaakt.”
Clements benadrukt de rol die kerkenraadsleden bij het vergroten van de naamsbekendheid van een vrijwilligersorganisatie kunnen spelen. „Sommigen geven tijdens het huisbezoek onze folder af wanneer er zorgen worden gesignaleerd.”
Jullie vrijwilligersorganisatie draait al, ver voor de WMO een feit wordt. Welke voorsprong geeft dat?
Vlot: „Gemeenten waar het vrijwilligerswerk nog van de grond moet komen, hebben straks dubbel werk. Ze moeten de zorg gaan organiseren in dezelfde periode waarin die moet worden geleverd, omdat er al volop vraag naar is.”
Welke kinderziektes liggen er op de loer als een kerkelijke gemeente aan een vrijwilligersorganisatie gaat bouwen?
Vlot: „Als je een vrijwilligersorganisatie met een zekere omvang achter je hebt staan, is de verleiding groot om tegen elke hulpvraag ja te zeggen. Gevolg daarvan kan zijn dat je moet terugkomen op een toezegging die je hebt gedaan. Ik heb zelf wel eens gezegd: „Ik denk dat dat wel kan” op de vraag of wij voor een gemeentelid uit een gezinsvervangend tehuis het vervoer naar zijn broer konden verzorgen. Toen we dat later plenair bespraken, vonden we dat toch meer liggen op de weg van het tehuis zelf.
Wanneer je al te vaak toezeggingen moet terugdraaien, kan dat op den duur leiden tot pijnlijke situaties. Hetzelfde geldt voor gevallen waarbij je moet ingrijpen omdat de hoeveelheid zorg die wordt geleverd bij nader inzien de behoefte overstijgt. Toch leert de praktijk dat het enige tijd kan duren voor er eenduidigheid is en elke coördinator werkt volgens hetzelfde stramien.”
Vlot en Clements houden er rekening mee dat Draagt Elkanders Lasten straks een taak kan krijgen op het gebied van het huishoudelijk werk. Vlot: „Iemand uit onze gemeente met een chronische ziekte heeft al te horen gekregen dat hij na 1 januari niet meer in aanmerking komt voor huishoudelijke hulp. Van een SGP-raadslid uit onze gemeente begrepen we dat de gemeente Barneveld op termijn mogelijk het huishoudelijk werk niet langer organiseert en financiert.”
Dat is wel de vorm van zorg waarvan jullie je tot dusver afzijdig houden.
Clements: „Dat klopt en daardoor moeten we hard gaan nadenken over de vraag wat we als kerk gaan doen. Aan de ene kant wil je als organisatie graag onbetaald werken. Maar je kunt vrijwilligers hun werk niet structureel onbetaald laten doen.”
Vlot: „Een oplossing kan zijn dat de kerk naast vrijwillige hulp een vorm van thuiszorg gaat organiseren. Het vrijwilligerswerk blijft dan gratis; de thuiszorg kan met eigen bijdragen, eventueel aangevuld met diaconale middelen, worden georganiseerd.”