Niet alleen de oppositie maar zelfs de eigen partij van de minister, de VVD, heeft de grootst mogelijke moeite met de nieuwe inburgeringswet van Verdonk (Integratie), zo bleek maandag tijdens het overleg van de minister met de Kamer. Een meerderheid voorziet dat de rechter de wet op een belangrijk onderdeel onderuit zal halen.De inburgeringswet is een uitvloeisel van het regeerakkoord waarin werd vastgelegd dat zowel nieuwkomers als oudkomers moeten slagen voor een inburgeringsexamen. Doen zij dat niet binnen vijf jaar, dan riskeren ze een boete of krijgen ze geen definitieve verblijfsvergunning.

De wet wordt gezien als een breuk met het tot nu toe gevoerde beleid. SGP’er Van der Staaij wees er tijdens het debat op dat het tien jaar terug nog onbespreekbaar was om extra eisen te stellen aan migranten die zich willen laten naturaliseren tot Nederlander.

De nieuwe wet gaat verder en stelt ook eisen aan migranten die al zijn genaturaliseerd. De Tweede Kamer is het daar op zich wel mee eens, maar vreest juridische problemen. Diverse adviesinstanties hebben al gewaarschuwd voor discriminatie, omdat de wet onderscheid maakt tussen Nederlanders. Om die reden moet de minister haar plannen herzien, vindt een Kamermeerderheid. Het overleg is opgeschort in afwachting van nadere uitleg.

Verdonk verwijt de Kamer gebrek aan politieke moed. Volgens haar zal de rechter zwichten voor het argument dat haar inburgeringsplannen noodzakelijk zijn vanwege de achterstand van de betreffende groepen.

Met het wegwerken van de achterstanden is een groot maatschappelijk belang gemoeid. In dat geval hoeft het volgens Verdonk niet in strijd te zijn met het gelijkheidsbeginsel als ongelijke gevallen ongelijk worden behandeld.

Bovendien stelde ze dat het alleen om drie groepen genaturaliseerden gaat voor wie inburgering echt van belang is, zoals geestelijk bedienaren (500) en mensen met een uitkering.