Kerk & religie

Een wonder op het zuidelijk halfrond

VEENENDAAL - De christelijke kerk beweegt zich naar het zuidelijk halfrond. En het zet dit deel van de wereld in beweging. Deze dubbele betekenis schetst dr. S. Paas (sr.) in zijn boek over de kerk in Afrika. De theologisch docent in Malawi schreef een overzichtswerk over de kerk in Afrika onder de titel ”The Faith Moves South” (”Het geloof beweegt (naar) het Zuiden”).

K. van der Zwaag
9 June 2006 21:05Gewijzigd op 14 November 2020 03:50
VEENENDAAL – Dr. Steven Paas: „De onafhankelijkheid van Afrikaanse landen in de jaren zestig van de twintigste eeuw ging gepaard met een sterke groei van het christendom.” Foto RD, Anton Dommerholt
VEENENDAAL – Dr. Steven Paas: „De onafhankelijkheid van Afrikaanse landen in de jaren zestig van de twintigste eeuw ging gepaard met een sterke groei van het christendom.” Foto RD, Anton Dommerholt

Dr. Paas werkte in de journalistiek en in het middelbaar onderwijs en is sinds medio 1997 in dienst van de GZB. Sinds januari 1998 is hij woonachtig in Malawi. Hij is daar ter beschikking gesteld aan de Church of Central Africa Presbyterian (Blantyre Synod), geordend als predikant en benoemd aan Zomba Theological College voor de opleiding van predikanten. Dr. Paas doceert onder meer kerkgeschiedenis en islam. Een belangrijke taak is het literatuurwerk en het produceren van studiemateriaal voor studenten en toerusting van de gemeente. Hij kreeg recent de opdracht van de GZB om voorbereiding te doen tot zending onder moslims.De geschiedenis van de kerk in Afrika is een bewogen geschiedenis. Oorspronkelijk waren de noordelijke delen van Afrika christelijk. Ethiopië, Egypte en Nubia (hedendaags Sudan) hebben een rijk christelijk verleden. Sinds de zevende eeuw kreeg de christelijke kerk echter een mededinger in de islam, die grote delen van Afrika veroverde.

Als tegenhanger fungeerde sinds de zestiende eeuw de missie en de zending. De rooms-katholieke missionarissen kwamen mee met de Portugese ontdekkers en veroveraars. De protestantse zendelingen kwamen van de handeldrijvende naties uit Noordwest-Europa, zoals Nederland, Denemarken en Groot-Brittannië. Nederlanders waren actief onder meer in westelijk Afrika en in Zuid-Afrika.

Zending
De negentiende eeuw is dé grote eeuw van de zending geweest. „Tal van Europese zendingsorganisaties opereerden in Afrika”, zegt dr. Paas. „Na de koloniale rijken in de negentiende en de twintigste eeuw brak in de jaren zestig van de twintigste eeuw de onafhankelijkheid van Afrikaanse landen aan. Dat ging gepaard met een sterke groei van het christendom. De verwachting was dat de kerk ineen zou storten omdat men ervan uitging dat mensen in het koloniale tijdperk gedwongen waren om christen te worden. Het is de ironie van de geschiedenis, beter: de majesteit van Gods Koninkrijk dat de kerk juist stormachtig groeide.”

De docent in Malawi gaat niet mee met de zijns inziens gemakkelijke kritiek op de christelijke zending als zou deze de westerse waarden hebben overgebracht in de verkondiging van het Evangelie. „De eerste zendelingen wisten niets van Afrika en kenden alleen de westerse kerk. De kerk vereenzelvigde zich niet met de koloniale machthebbers. Zendelingen hadden zelfs een belangrijk aandeel in de afschaffing van de slavernij en later in het beëindigen van de koloniale overheersing. David Livingstone veroordeelde de slavernij en pleitte voor zending en handel, dit laatste om de slavernij de wind uit de zeilen te nemen.”

Het ’wonder van Afrika’ blijkt helemaal als bedacht wordt dat er tussen 1500 en 1800 -dus voor de komst van de zendingsbewegingen in de negentiende eeuw- in de landen tussen de Sahara en Zuid-Afrika nauwelijks christendom aanwezig was. „De islam was in al die eeuwen de dominerende godsdienst, naast de traditionele Afrikaanse religie. De enige uitzondering was Zuid-Afrika, waar grote groepen Nederlandse en Franse protestanten zich vestigden. Gedurende de koloniale tijd tot ongeveer 1960 groeide in sommige delen van Afrika de islam sneller dan het christendom. Dat kwam omdat koloniale machtshebbers niet zelden de islam bevoordeelden. Dat werd anders toen na 1960 het christendom een belangrijke numerieke groei doormaakte. Nu is er meer een status-quo. De groei van de islam is verbleekt, maar stopt niet.”

Contextueel
Er zijn vele theologen geweest die gepleit hebben voor een ’eigen’ Afrikaans christendom. „In de praktijk kwam dat neer op een contextueel christendom, waarin elementen als de voorouderverering en magische praktijken geïntegreerd worden in de kerk. Die situatie is ontstaan onder Afrikanen die christen waren geworden en vervolgens gingen vragen wat er dan met hun voorvaders is gebeurd. Zij dienden immers niet de God van de Bijbel. Maar ze hadden wel een monotheïstische godsvoorstelling. Mocht je dan toch niet zeggen dat zij de levende God op de een of andere wijze dienden? Het zijn lastige vragen. Afrikaanse theologen als Kwame Bediako en vele anderen gaan ervan uit dat de voorouders op hun manier God gekend hebben.”

Dr. Paas vindt dat het Evangelie boven alle culturen staat. „In Afrika is een speciaal soort vrijzinnigheid ontstaan die continuïteit veronderstelt tussen de voorchristelijke cultuur en de godsdienst enerzijds en het christelijke geloof anderzijds. Vertegenwoordigers van die gedachte zijn Bolaji Idowu en John Mbiti. Zij zetten zich af tegen het reformatorisch-evangelische erfgoed dat in hun opvatting te westers is en vervangen dient te worden door een Afrikaanse religiositeit met syncretistische trekken.”

Een tussenpositie wordt ingenomen door Kwame Bediako. „Hij erkent de uniciteit van Christus, maar zoekt een brug naar de voorchristelijke godsdienst door Christus onze voorvader te noemen. Dat is niet juist: Christus is onze Redder. Als Hij voorvader was, kan Hij niet helpen en is Hij volstrekt nutteloos voor onze zaligheid. De islam heeft het wat dat betreft gemakkelijker, omdat zij Christus alleen als een profeet ziet.”

Calvinisten gaan ervan uit dat God Zich ook in de werken der natuur openbaart, maar nooit buiten het Woord om. Dr. Paas voelt zich verwant met het gedachtegoed van de Nigeriaanse theoloog Byang Kato (1936-1975). „Hij denkt absoluut reformatorisch. Hij verwierp de in liberale kringen optimistische gedachte dat er bruggen gebouwd konden worden tussen de Afrikaanse traditionele religie en het christendom. Tegelijkertijd was hij niet acultureel. Laat Afrikanen christenen zijn, en christenen Afrikanen. Soms was er bij de eerste zendelingen te weinig of geen achting voor de Afrikaanse cultuur. De kracht van het Afrikaanse christendom is dat de kerk geleid wordt door Afrikanen zelf en dat het ingebed is in de katholieke kerk van alle tijden en plaatsen.”

Dr. Paas is niet iemand die alleen wonderverhalen over Afrika wil vertellen. „Er is ook veel broodchristendom. Je kunt zelfs heel negatieve verhalen vertellen over Afrikanen die christen zijn geworden, alleen maar omdat ze denken dat dit de godsdienst van het Westen is, die je dichter bij vooruitgang en welvaart brengt. Dat neemt niet weg dat na 1960 er een omslag is geweest, tegen alle verwachtingen in. Dat hebben we te danken aan de opwekking van Gods Geest.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer