De liefde
Gods kinderen worden vernieuwd. In plaats van aardsgezind blijven, worden zij hemelsgezind. De liefde tot de wereld wordt gedood en de liefde tot God ingeplant. Hun hart gaat uit tot God en Christus en daarom ook in een zachtmoedige, geestelijke liefde tot de heiligen.
Ze zijn wedergeboren, niet uit vergankelijk zaad. Zij zijn degenen die vrijwillig de zaligheid, die uit het genot van de liefde zoals ze in de hemel volmaakt is voortvloeit, gekozen hebben boven alle ander geluk dat men zich op aarde kan indenken. Ze hebben dat geluk niet enkel en alleen gekozen omdat ze hier met tranen moeten zaaien en niets meer van deze wereld verwachten, maar omdat hun hart zo gevangen is. Het hart heeft gekozen boven alle aardse goederen.Het zijn diegenen, die vanwege die liefde die in hen woont in hart en leven, in beginsel en praktijk, naar heiligheid staan. Daarvoor worstelen en strijden zij. Hij gevoelt dat hij niet heilig genoeg is, ja verre van dat. Hij jaagt naar de volmaaktheid die zij bezitten die in de hemel wonen. Dit is een reden waarom hij in de hemel begeert te zijn, namelijk omdat hij volmaakt heilig mag zijn. Het is niet de vrees, maar de liefde tot God, de liefde tot Christus en de liefde tot heiligheid.
Jonathan Edwards, predikant te New England (”Leerredenen”, 1791)