Verachting
Ik zal nu niet spreken van hen die weigeren het Woord Gods te horen. Ik moet hun zeggen dat zij kinderen van de duisternis zijn en dat het de lande van Sodom verdraaglijker zal zijn dan henlieden.
Mijn tekst spreekt hier in het bijzonder van onachtzame en zorgeloze hoorders, die zonder aandacht in de kerk zijn. Ach, er zijn er zovelen. Aan de ene kant vertonen zij geen lust, geen liefde, geen gevoel, geen achting. Daardoor bespotten zij het Woord. U bedriegt uzelf jammerlijk. Zou God ermee gediend zijn dat u alleen in de kerk bent om te zitten? Dit oordeel is een voorbode van een ander, dat God u van Zijn Woord beroven zal. God laat Zich niet bespotten.Ga naar de gemeenten van Klein-Azië. Geen zonde die de wraak meer verhaast en die Zijn toorn meer doet rijzen dan de verachting van Zijn Woord. Aan wie kunt u uw ondergang meer verwijten dan aan uzelf? Want het Evangelie heeft zijn boodschap gedaan en wij zijn onschuldig van uw bloed en u bent niet te verontschuldigen.
Daarom, dat u het nu nog eens ter harte zou nemen, eer het te laat is. Want wie spreekt er in de prediking? Het is niet het woord van een mens, maar het is Gods Woord. Indien een koning spreekt, wie zal niet luisteren? Die tot u spreekt, door de mond van Zijn dienaar, is meer.
Johannes Beukelman, predikant te Alblasserdam (”Vervolgstoffen”, 1777)