Het betreft volgens de mensenrechtenorganisatie het overtuigendste bewijs van de verwoestende impact van de pogingen van de Zimbabwaanse regering het afgelopen jaar om mensen naar het platteland terug te drijven.In de vernielde, illegale gemeenschap Porta Farm woonden 30.000 van de armste Zimbabwanen. Er stonden scholen, een moskee en een kinderopvangcentrum. Agenten verwoestten Porta Farm op 28 juni 2005. De regering gaf opdracht om veel van dit soort nederzettingen met de grond gelijk te maken. Volgens de Verenigde Naties zijn daardoor zo’n 700.000 arme Zimbabwanen hun onderkomens en hun middelen van bestaan kwijtgeraakt.

De meeste inwoners van Porta Farm waren al eerder uit illegale onderkomens gezet. Ze kregen korte tijd voor de vernieling van hun gemeenschap te horen dat ze weg moesten en er werd hun geen alternatief onderkomen aangeboden.

De satellietbeelden tonen onomstotelijk aan dat de Zimbabwaanse regering hele gemeenschappen heeft laten wegvagen, alsof ze niet hebben bestaan, zei Kolawole Olaniyan, die de Afrikaprogramma’s van Amnesty leidt.