Als de wind verandert kan dat volgens Schultz gevolgen hebben voor de „configuraties" van de start– en landingsbanen. Van de aanleg van een zesde baan of een luchthaven in zee wil de bewindsvrouw niets weten. Dat eerste is in beginsel aan de luchthaven zelf, voegt de staatssecretaris daaraan toe. Daarbij stelt ze dat het moeilijk is op lange termijn te speculeren over het banenstelsel.Voor het eerst heeft het KNMI een verandering van luchtstroming in de scenario’s opgenomen. Uit de scenario’s blijkt dat winters natter worden, dat langdurige hevige regen zal toenemen. Of de zomers natter of juist droger worden, is onzeker. Rond 2050 is het in Nederland volgens de voorspelling van het KNMI ’s winters gemiddeld 0,9 tot 2,3 graden Celsius warmer dan in 1990. In de zomer kan dat oplopen tot 2,9 graden.

Het KNMI schetst in vier nieuwe scenario’s in welke mate de klimaatverandering in Nederland kan leiden tot hogere temperaturen, heviger neerslag en zeespiegelstijging. Volgens de scenario’s horen zowel een lichte toename van de zomerneerslag als een forse afname tot de mogelijkheden.

Bij een forse afname gaan droge zomers, zoals die van 1976 en 2003, veel vaker voorkomen. Schultz zei dat er deze eeuw voortdurend zal moeten worden geïnvesteerd zowel in het voorkomen van overstromingen als van droogte. De zeespiegel zal volgens de gegevens van het KNMI tot 2050 tussen de 15 en 35 centimeter stijgen. Schultz laat jaarlijks controleren of de kustverdediging afdoende is. Aanvoer van zand moet voorkomen dat we worden ingehaald door de natuur, aldus staatssecretaris.

Milieuorganisatie Natuur & Milieu vindt dat Schultz haar beleid te veel richt op aanpassing. Het zou beter zijn als de bewindsvrouw iets extra doet om de uitstoot van CO2 te beperken, aldus de organisatie. Dat kan door in te zetten op zuiniger auto’s en minder autogebruik.

„De klimaatverandering zou ook nog anders en extremer kunnen verlopen, maar daarvoor zijn de aanwijzingen uiterst onzeker”, zei prof. dr. Gerbrand Komen, onder wiens verantwoordelijkheid de scenario’s zijn ontwikkeld. Hoewel er altijd klimaatschommelingen zijn, hebben wetenschappers vastgesteld dat de mens bijdraagt aan de huidige opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen.

In Nederland hangen temperatuur en neerslag nauw samen met de windrichting. Onduidelijk is nog of de luchtstromingen en dus de windrichting boven West–Europa door het versterkte broeikaseffect gaan veranderen. Twee scenario’s gaan uit van onveranderde luchtstroming en twee andere scenario’s laten zien hoe temperatuur en neerslag veranderen als ook de luchtstroming verandert.

Om dit in kaart te brengen is gebruik gemaakt van de nieuwste computerberekeningen die ook de basis vormen voor het eerstvolgende rapport van het IPCC, het intergouvernementeel klimaatpanel van de Verenigde Naties. Dat zal in 2007 verschijnen.