Tumultueuze hervatting proces tegen Saddam
BAGDAD (AP) - Het proces tegen de voormalige Iraakse president Saddam Hussein en zeven andere voormalige kopstukken van zijn regime is maandag met de nodige opschudding hervat. Een advocate van de verdediging, Bushra al-Khalil, werd hardhandig de rechtszaal uitgezet en rechter Raouf Abdel-Rahman schreeuwde Saddam toe.
Al-Khalil, het enige vrouwelijke lid van de verdediging, was op 5 april al uit de rechtszaal verwijderd na een ruzie over het tonen van beelden van Saddam door de aanklagers. Vanaf maandag was ze weer welkom, en ze wilde meteen een verklaring afleggen. Daar stak de rechter een stokje voor door haar te sommeren te gaan zitten. „Ik wil maar één ding zeggen”, zei Al-Khalil, waarna Abdel-Rahman rechtbankpersoneel toeschreeuwde haar te verwijderen. Tierend gooide ze hierop haar toga neer en na enig duw- en trekwerk werd Al-Khalil afgevoerd.Saddam maakte vanuit het beklaagdenbankje bezwaar tegen de verwijdering van Al-Khalil, en zei tegen Abdel-Rahman: „Ik ben Saddam Hussein, president van Irak. Ik sta boven u en boven uw vader.” De rechter beet hem luidkeels toe dat hij nu een beklaagde is, en geen president.
Saddam en de andere leden van zijn vroegere bewind staan terecht in verband met een campagne tegen sjiitische inwoners van het stadje Dujail. Iraakse veiligheidstroepen arresteerden na een mislukte aanslag op Saddam in 1982 honderden inwoners van Dujail, onder wie complete gezinnen. Na een proces van niet veel langer dan twee weken werden 148 mensen ter dood veroordeeld, onder wie enkele tieners. Vorige week verliepen de zittingen nog gemoedelijk, en stelde Saddam zich bij tijd en wijle zelfs joviaal op.
De eerste getuige die maandag werd gehoord was Murshid Mohammed Jassim, een voormalige medewerker van het Revolutionaire Hof dat de sjiieten ter dood veroordeelde. Oud-rechter Awad al-Bandar, een van de acht beklaagden en degene die de doodvonnissen uitsprak, is volgens Jassim een rustig, eerlijk en beleefd man. Het Revolutionaire Hof heeft verdachten altijd een eerlijk proces gegeven, aldus Jassim. Al-Bandar vroeg Jassim of advocaten wel eens de rechtbank werden uitgegooid, zoals gebeurde met Khalil, en dat was volgens Jassim nooit het geval. „Advocaten werden altijd respectvol en in overeenstemming met de wet behandeld.”
Een andere getuige die maandag werd gehoord, was Sabawi Ibrahim al-Hassan, eens een topadviseur van Saddam en net als de beklaagde Barzan Ibrahim een halfbroer van de oud-president. Volgens Al-Hassan is Ibrahim, het voormalige hoofd van de geheime dienst Mukhabarat, na de mislukte aanslag op Saddam slechts naar Dujail afgereisd om te onderzoeken of de lijfwachten van de president hun werk wel goed hadden gedaan. Hij zou zich nergens anders mee bemoeid hebben en derhalve niet betrokken zijn geweest bij de strafexpeditie tegen de inwoners van Dujail.
Vanachter een gordijn, om zijn identiteit te beschermen, getuigde maandag tevens een tweede persoon voor Ibrahim. Deze man zei dat de Mukhabarat geen speciale maatregelen heeft genomen in zijn plaatselijke hoofdkwartier of mensen heeft gearresteerd dan wel ondervraagd. Hiermee probeerde de getuige de bewering van de aanklagers dat de gearresteerde inwoners van Dujail in Mukhabaratgebouwen waren ondergebracht te ontzenuwen.