CDA strijdt tegen oververhitting gezin
Op wat obstructie door de LPF na hebben de drie onderhandelende partijen de verdeling van de ministersposten gereed. Opmerkelijk is het geheel nieuwe staatssecretariaat voor Gezinszaken, dat nota bene in de plaats komt van Emancipatiezaken. Beter kan de ideologische omslag na paars wellicht niet getypeerd worden. CDA-ideoloog Klink: „Dit is beslist een kentering.”
Nederlandse christen-democraten dissen het verhaal te pas en te onpas op. Hoe in het najaar van 1994 de toenmalige CDA-leider Heerma tijdens de algemene beschouwingen een poging deed om het gezin in ere te herstellen en zelfs pleitte voor een aparte gezinsminister. De pas aangetreden paarse bewindslieden lagen onder hun bankjes van het lachen. Wat een oubolligheid! Wat een spruitjeslucht!
Maar inmiddels is de grap van paars de grap van het CDA geworden. Liet in de jaren na 1994 warempel ook paars, zij het schuchter, af en toe het woord ”gezin” vallen, anno 2002 komt er een heuse staatssecretaris voor Gezins- of Familiezaken, onder te brengen bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Een klinkende overwinning voor het CDA en voor de kleine christelijke fracties, die eveneens onophoudelijk wezen op het grote belang van de „hoeksteen van de samenleving.” Wie het laatst lacht, lacht het best.
Dit staatssecretariaat betekent „beslist een kentering in het beleid”, stelt dr. A. Klink, directeur van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA en als zodanig een van de peetvaders van de nieuw gecreëerde post in het kabinet. „Paars had in mevrouw Verstand een aparte staatssecretaris voor Emancipatiezaken. Emancipatie werd weliswaar niet meer zo dogmatisch opgevat als voorheen soms gebeurde, maar had als eenzijdig streven toch nadelige gevolgen.”
Onder paars werden emancipatie en bevordering van de arbeidsdeelname vooral gezien als middelen om de premie- en belastinginkomsten te verhogen, stelt de jurist Klink. „Men schafte de voetoverheveling in de inkomstenbelasting af, voerde een arbeidskorting in en subsidieerde in directe zin de kinderopvang. Daarop hebben wij steeds kritiek gehad, omdat het -om met de Tilburgse econoom Lans Bovenberg te spreken- niet alleen tot oververhitting van de economie, maar ook tot oververhitting van het gezin leidde.”
Het Wetenschappelijk Bureau van het CDA heeft zich de achterliggende jaren het hoofd gebroken over de vraag hoe die oververhitting van het gezin, ook wel combinatiestress genoemd, bestreden kan worden. „Juist in de tijd dat je opgroeiende kinderen hebt, beleef je qua inkomen een dal en qua zorgtaken een piek. Dat leidt tot enorme spanningen. Vanuit die gedachte hebben wij ons levensloopmodel ontwikkeld: een soort verzekering die het mogelijk maakt in financieel gunstiger fasen van je leven geld én tijd te sparen voor de periode waarin je kinderen opvoedt. Wat ons betreft wordt een belangrijke taak voor de nieuwe staatssecretaris dit model verder uit te werken.”
Het creëren van een staatssecretariaat voor Gezinszaken is in het geheel van de formatie geen geïsoleerde gebeurtenis, benadrukt Klink. „Ook wat de inhoud van het beleid betreft hebben we zaken vastgelegd die het gezin ten goede komen. Zo handhaven we de kinderkorting in de huursubsidie, willen we een toeslag in de zorgpremies gebaseerd op gezinsinkomen en streven we naar een algemene kindertoeslag, wat ons betreft te verrekenen met de inkomstenbelasting.”
Een staatssecretaris voor Gezinszaken hoeft zich de komende vier jaar niet te vervelen, meent de directeur van de CDA-denktank. „Hij kan zich, lijkt mij, ook bezig gaan houden met jeugdstrafrecht en met opvoedingsondersteuning in de vorm van bijvoorbeeld ouderschapscursussen. Verder zijn wij er een groot voorstander van dat niet de kinderopvanginstellingen gesubsidieerd worden maar de ouders. Die kunnen dan zelf bepalen of ze hun kind in het eigen gezin opvoeden of het geld gebruiken voor professionele opvang of opvang door bijvoorbeeld grootouders. Het CDA hecht sterk aan die keuzevrijheid.”
Is Nederland met dit staatssecretariaat uniek?
„Nee, in Duitsland en Oostenrijk kennen ze al veel langer een gezinsminister. Daar bieden de politieke partijen in verkiezingstijd tegen elkaar op als het gaat om gezinsvriendelijk beleid. Dat heeft in die landen deels te maken met de demografische ontwikkeling. Daarnaast heeft het Bundesverfassungsgericht de regering ook verplicht concreet handen en voeten te geven aan de bepaling in de grondwet dat het gezin recht heeft op actieve bescherming.”
Vaak hoor je: Mensen die een groot gezin willen, moeten daar zelf de gevolgen maar van ondervinden.
„Ja, maar die opvatting is niet houdbaar. Het zit in de menselijke natuur een gezin te willen stichten. Het gezin is geen keuze. Het is een onbetwistbaar feit dat de samenleving al eeuwen lang uit gezinnen is opgebouwd. Daar wordt de jeugd al dan niet opgevoed tot goede burgers. Een samenleving keert zich tegen zichzelf als zij het gezin veronachtzaamt.”