Religie rond Hazes, stille tocht en voetbalelftal
UTRECHT - Pim Fortuyn, André Hazes, stille tochten, bermmonumenten, opgelaten ballonnen bij de lijkkist, een bijkans religieuze verering van voetbal. Mensen hebben behoefte aan nieuwe rituelen, aldus Frank Bosman. Hij is coördinator van Luce, dat vrijdag een symposium over ”wilde rituelen” organiseert.
Luce staat voor Instituut voor Theologische Vorming van de Katholieke Theologische Universiteit (KTU) te Utrecht.De concrete aanleiding voor het symposium is tweeledig, zegt Bosman. „Vanuit het werkveld van begrafenisondernemers kregen wij aanwijzingen dat bij allerlei afscheidsrituelen de rituele begeleiding van vrij gevestigde ritueelbegeleiders nogal gevarieerd is, om niet te zeggen: rijp en groen georganiseerd wordt. Waar de traditionele kerkelijke bedienaren, zoals predikanten, kundig en vaardig zijn om bij uitvaarten een goede begeleiding te geven, is het niveau van deze vrije jongens nogal gevarieerd.”
Aan de andere kant is Luce zelf ook geïnteresseerd in allerlei nieuwe verschijnselen die zich via de media opdringen, zegt Bosman. „We wilden graag bekijken hoe het rituele landschap in Nederland er nu eigenlijk uitziet, op welke wijze je hierop kunt reflecteren vanuit een religieus-wetenschappelijk standpunt en wat dit betekent voor opleidingen van ritueelbegeleiding.”
De bijeenkomst in Utrecht is bedoeld voor wetenschappers, ritueelbegeleiders, uitvaartondernemers, pastores en mensen die geïnteresseerd zijn in de nieuwe rituelen. Drs. Thomas Quartier (Nijmegen) en dr. Nel Jongsma-Tieleman (Groningen) geven een verkenning van het religieuze landschap in Nederland, prof. Gerard Lukken (Tilburg) en prof. Herwi Rikhof (Utrecht) gaan in op een theologische weging van deze gegevens. Prof. Christiane Berkvens (Nijmegen) spreekt over wat deze nieuwe ritualiteit vraagt van opleidingen op het gebied van ritueelbegeleiding.
Rouw en afscheid
In de aanloop naar het symposium bleek in gesprekken met theologische experts en uitvaartondernemers dat allerlei nieuwe trends op het gebied van ritualiteit zich het eerst manifesteren bij momenten van rouw en afscheid. Vandaar dat hier uitvoerig bij wordt stilgestaan.
De ontwikkeling rond de wilde rituelen is niet nieuw en ook niet uniek voor Nederland, stelt Bosman. „Ik vermoed dat met de steeds verdergaande secularisering en individualisering de mens verantwoordelijk is voor zijn eigen emotionele huishouding. Deze huishouding werd altijd mogelijk gemaakt door een religieuze omgeving, zoals kerk of godsdienstige gemeenschap. Nu deze omgeving grotendeels verdwenen is maar de behoefte hieraan onveranderd aanwezig blijft, wordt er een andere context gezocht.
Dat gebeurt óf in de collectiviteit die in onze geseculariseerde samenleving nog aanwezig is, zoals rond voetbal of de dood van een bekende Nederlander, óf in het experimenteren met nieuwe vormen van rituelen op maat.”
Opvallend is daarbij dat de meeste nieuwe rituelen een (licht) aangepaste versie vormen van de eeuwenoude rituelen van de christelijke traditie. Bosman: „De christelijke kerken hebben een schat aan rituelen in hun collectieve bagage en daar putten de nieuwe ritualisten graag uit.
Dit is een constatering en geen moreel oordeel. Ik vind deze ontwikkeling goed uit te leggen. Hoe geseculariseerd wij onze westerse cultuur ook vinden, onze maatschappij is nog steeds doordesemd met de joods-christelijke cultuur van twee millennia. We zijn geboren in de christelijke rivier en kunnen het niet helpen dat we gebruikmaken van wat door diezelfde rivier is aangeleverd.”
Wild
De organisatie van het symposium heeft deze rituelen ”wild” genoemd. Bosman: „Niet iedereen heeft dit woord even goed begrepen. We noemen ze wild omdat ze niet binnen de bekende, kerkelijke kaders vallen, maar spontaan en zonder vaste inhoud van de grond komen. Ook wild in de zin van ongepolijst, creatief, vernieuwend.”
vraag (u14(Is hier ook geen sprake van ongekende wildgroei, soms smakeloos en erg subjectief?
„Iemand heeft mij wel eens gevraagd of de begrafenissen van Pim Fortuyn en André Hazes, of de gekte rond het Nederlands elftal, nog überhaupt iets te maken hebben met spiritualiteit en religie. Men is wellicht geneigd te denken van niet.
Ik vind dat te gemakkelijk. Op het moment dat mensen rouwen om de dood van een bekende Nederlander, rouwen ze feitelijk om hun eigen eindigheid. Eigen rouw en verdriet mogen slechts beperkt worden geuit in onze samenleving. Na twee weken verdriet om de dood van je moeder, is men geneigd te zeggen: is het nu nog niet over?”
Bij de dood van een belangrijke Nederlander mag men echter openlijk verdriet uiten en daarmee kanaliseert men de eigen emoties, aldus Bosman. „Om het provocerend te formuleren: wat is het verschil tussen samen het volkslied zingen in het stadion voor de finale Nederland-Duitsland en de geloofsbelijdenis in een kerkdienst?
Natuurlijk zijn er verschillen aan te wijzen, maar er zijn ook overeenkomsten. De volkszanger Hazes kreeg een eersteklas postmoderne uitvaartliturgie met zijn lijkkist als altaar, een televisiepresentator als voorganger en zijn eigen liederen als een modern ”In Paradisum”. Dan vraag ik me af: hoe komt men erbij te zeggen dat religie uitgestorven is?”