Huisartsen en apothekers moeten zich ervan bewust zijn dat het snel en uitgebreid voorschrijven van nieuwe geneesmiddelen onvoorziene risico’s met zich meebrengt. Weliswaar worden geneesmiddelen voordat ze op de markt verschijnen uitvoerig getest, maar toch leidt het gebruik in de dagelijkse praktijk vaak nog tot nieuwe inzichten over bijwerkingen.De keuze om nieuwe geneesmiddelen voor te schrijven, is een weloverwogen beslissing van huisartsen. Problemen ontstaan echter wanneer nieuwe geneesmiddelen direct nadat ze op de markt komen te snel en op grote schaal worden voorgeschreven. Sommige nieuwe geneesmiddelen worden al in de eerste paar maanden op zo’n grote schaal voorgeschreven, dat ze -onbedoeld- bij de verkeerde patiënten terechtkomen. Dit is niet alleen riskant voor de patiënt, maar ook voor het middel zelf. Bijwerkingen die aan het nieuwe middel worden toegedicht, hangen dan samen met verkeerd voorschrijven ervan.

Veilig gebruik
Het blijkt dat slechts een klein deel van de huisartsen (10 tot 25 procent) verantwoordelijk is voor meer dan de helft van alle recepten voor nieuwe geneesmiddelen. Zo wordt met het middel ’ervaring’ opgedaan in een kleine groep voorschrijvers. Overigens is de rol van de specialist bij het voorschrijven van nieuwe medicijnen minder groot dan vaak gedacht wordt: bij 60 procent van de patiënten die voor het eerst een nieuw geneesmiddel krijgen, is de huisarts de eerste voorschrijver.

Gezien het bovenstaande is het belangrijk dat er een betere samenwerking komt tussen huisartsen en apothekers. Dit zal het veilig gebruik van nieuwe geneesmiddelen ten goede komen en een beter beeld geven van wat het nieuwe medicijn toevoegt aan het reeds bestaande arsenaal.

voetnoot (u17(De auteur promoveert deze week aan de Universiteit Utrecht op een onderzoek naar het voorschrijven van nieuwe geneesmiddelen door huisartsen.