Het Roma-meisje, afkomstig uit België en op familiebezoek in Nieuwegein, werd op 26 juni aangehouden in Hilversum. Daar zou ze hebben geprobeerd een voorbijganger te rollen. Ze moest mee naar het politiebureau.

Hoewel het gebruikelijk is dat zakkenrollers na het opmaken van een proces-verbaal worden vrijgelaten, besloot de kinderrechter in Amsterdam haar langer vast te houden. Ze bracht in totaal twaalf dagen door in politiecellen in Hilversum en Roermond.

De raadsman stelt dat het meisje is behandeld als een volwassene. „Een kind mag nooit langer dan drie dagen in een cel doorbrengen en de derde dag mag alleen als er uitzicht is op plaatsing in een jeugdinrichting.” De advocaat wijst er bovendien op dat het meisje niet is bezocht door de Kinderbescherming of de Jeugdreclassering. Dat had volgens hem wel moeten gebeuren.

Een woordvoerder van de rechtbank in Amsterdam bevestigt dat jeugdigen maar drie dagen in een politiecel mogen verblijven, maar zegt dat dat in de praktijk nooit lukt. „Er zijn, zeker voor meisjes, weinig mogelijkheden om ze onder te brengen in een huis van bewaring, waar we ze wel langer mogen vasthouden. Dat zou betekenen dat zo’n meisje na drie dagen weer op straat staat en dat vinden we om pedagogische redenen niet verstandig”.

Op de vraag waarom justitie schijnbaar zo makkelijk de regel van maximaal drie dagen politiecel naast zich neerlegt, antwoordt hij dat dat kan omdat er geen sanctie op staat.

Overigens moet het meisje vrijdag voor de Amsterdamse kinderrechter verschijnen. Omdat ze de Belgische nationaliteit heeft kan ze niet tot een taakstraf veroordeeld worden en hangt haar dus vier weken jeugddetentie boven het hoofd.